AVF 2017, Dag 5: Finale

door Kristofer G. Skaug
19/02/2017

English version below! Follow this link.

Docentenconcert

We zijn weer aangeschoven voor een matineeconcert op de late zondagochtend (12 uur) in de Sweelinckzaal, na een behoorlijk laat en nat feestje in Splendor gisteren.

Eerst spelen Marjolein Dispa, Francien Schatborn, Richard Wolfe en Jürgen Kussmaul samen het 3e concert voor 4 altviolen van Telemann. Vooral het rustige derde deel “Largo e staccato” spreekt mij aan. Er wordt ook met barokstokken gespeeld, dat komt in dit stuk de klankkleur en de luchtigheid van de noten ten goede.

060Maar het hoofdgerecht wat mij betreft komt met het strijkkwintet van Mozart in g kl.t. (KV516). Het mooiste van allemaal, en daarom gespaard als kers op de taart van het “Mozart-kwintet-marathon” van gisteren. Het altenkwintet bestaat uit Richard Wolfe en Marjolein Dispa op altviool, terzijde gestaan door Peter Brunt, Emma Rooijakkers (viool) en Michel Dispa (cello). Het eerste deel heeft een onvergetelijk melodieus hoofdthema met een vleugje chromatiek, als een kat die kopjes komt geven. Daar ben ik altijd wel voor in. Het ensemble produceert een zeer aangename fluwelen samenklank.

061In het menuet hebben de twee alten een bepalende middenstemvoering, maar is het ietswat verrassend de tweede violist(e) die het laatste woord krijgt. Het middendeel (adagio, non troppo – con sordino) wisselt dialoog en samenklank elkaar af. De 2e alt is de “vrije man” (excuus, vrouw) en wordt speels ingezet om de 1e viool van repliek te dienen, en soms om de baslijn van de cello over te nemen. Muziek om bij weg te dromen. Ietswat ongebruikelijk komt er een tweede Adagio-deel er achteraan. Nu in een rustige drie-tel en zonder sordine. Maar het is eigenlijk niet mer dan een korte brug naar het snelle en vrolijke slotdeel in wals-tempo. Een mooi verzorgde uitvoering!

De Finale

Om 14:00u is de Haitinkzaal zeer goed gevuld voor het laatste hoofdstuk van het Nationaal Altvioolconcours 2017. Tastbare opwinding alom.

Martin Moriarty. Daar sta je dan, met de solo opening van Hindemith’s Schwanendreher. De hele (nederlandse) altvioolwereld kijkt toe. De door altvioolstudenten eindeloos gestudeerde reeks dubbelgrepen, die tegelijk ook een melodisch geheel moet worden. Kom je tot je schrik achter dat de eerste E-octaaf al niet klopt. Blijven lachen, vooruit denken. Ik ontkom niet aan het idee dat die eerste schrik zijn weerslag heeft op de rest van zijn uitvoering, met één hand op de noodrem.

071Hierna Enescu. Deze uitvoering vind ik een stuk beter dan wat Martin in de eerste ronde liet horen, meer lyrisch en minder ruw. De mooiere akoestiek in deze zaal helpt mee, maar onthult ook genadeloos elk klein misstapje. Daniël Kramer volgt hem goed in een paar spontane rubato’s, en helpt hem ook over de eindstreep met een stevig pianistisch schouderklopje. Opgeteld zijn er wel net iets teveel kleine fouten. Het is maar afwachten hoe de andere kandidaten het doen.

Dan is de beurt aan Billy Murray, met Martijn Willers als begeleider. Opvallend informeel gekleed, een houvast in het vertrouwde. Maar ook hij is merkbaar bevangen door de druk. Hij begin met Enescu, de zenuwen uiten zich in voorzichtige tempi en een bibberstok die 075gevaarlijk op de loer ligt. Dat is de keerzijde van een gevoelsmens dat makkelijk speelplezier vindt en uitstraalt, ook zijn pijn en angst kan hij moeilijk onderdrukken.

Na deze beproeving speelt hij het 1e deel uit het concert van Walton. Hier ligt een kansje, want hij is vandaag de enige met dit concert op het programma. Het zangerige eerste thema is een dankbare binnenkomer. De belangrijkste te nemen hindernissen liggen later op de loer. Hij bereikt nu zijn comfort zone, waar alleen de mooie diepe klank van zijn altviool ertoe doet. Danig getroost stort hij zich in een versnelde passage. Wanneer het weer tot rust komt heeft hij al met al een mooie lyrische uitvoering achter de rug.

Take Konoye komt op met pianiste Noriko Yabe voor Der Schwanendreher: Ook hij komt niet helemaal zonder kleerscheuren door de introductie heen, maar hij herpakt zich heel snel, en strijkt energisch de zenuwen van zich af. Ik moet mezelf er wel aan herinneren 087dat hier een eerstejaars student staat te spelen. In de reprise van het hoofdthema slaat hij de spijker vol op zijn kop. Bevrijdend! En hij weet het, na dat laatste C-groot slotakkoord: Het was goed.

Het Concertstuk speelt hij samen met Martijn Willers. Take speelt nu al als een winnaar. Zijn Enescu straalt het uit – superieur paradeert hij zich erdoorheen. Doet maar rustig aan, zijn mentale voorsprong op zijn concurrenten is hier enorm. Op zijn gemak haalt hij het buit binnen. Kan niet anders, dit wordt goud.

De jury heeft het ook gezien. Take is onze nieuwe “nederlands kampioen” altviool, en krijgt tevens de publieksprijs. Billy Murray krijgt een tweede prijs en Martin Moriarty wordt derde.

105

Nawoord

Hartelijk dank aan het Festivalteam van het Conservatorium – met name Francien Schatborn, Richard Wolfe, Marjolein Dispa, Judith Wijzenbeek en onze ereleden Nobuko Imai en Jürgen Kussmaul, die het evenement dragen. Last but not least dank aan het productieteam Clara Brons en Marianne Berenschot en alle studenten die hebben meegeholpen.

Tot het volgende Amsterdamse festival!


~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
English Version

Teachers’ Lunch Concert

We are once again seated in the Sweelinckzaal for a late-morning (noon) concert, after a very “wet” and late party in Splendor yesterday.

First we are witness to a rendition of the 3rd concerto for 4 violas by Telemann. On the stage are Marjolein Dispa, Francien Schatborn, Richard Wolfe and Jürgen Kussmaul. The calm third movement “Largo e staccato” is particularly appealing to me. Baroque bows are being used, which results in a more appropriate tone colour and lightness of the notes.

But the main course (for my part) is the Mozart string quintet in G minor (KV516). This is arguably the most beautiful of them all (6), and hence it was saved for last in the Mozart quintet marathon, which was held yesterday. The viola quintet is headed up by Richard Wolfe and Marjolein Dispa on the viola, assisted by Peter Brunt, Emma Rooijakkers (violins) and Michel Dispa (cello). The first movement has an unforgettably melodious main theme with a whiff of chromatics, like a cat that rubs its head against your leg. I’m always in for that! The ensemble produces a very pleasant velvet tone.

In the menuet, the two violas have a decisive middle voice line, but it is somewhat surprisingly the second violinist who gets the last word. The central movement (adagio, non troppo – con sordino) provides an alternation of dialogue and polyphony. The 2nd viola is the “free man” (woman), being playfully employed as counterpart for the 1st violin, at other times taking over the cello bass line. This music lets you dream away. Somewhat unusual is the succession of a second Adagio-movement, this time in a calm three-quarter beat and without mutes. But this is actually just a short bridge to the quick and merry final movement. A very fine and well-worked out performance!

The Final

At 14:00h, the Haitinkzaal is filling up with audience for the final round of the National Viola Competition 2017. There is a significant buzz of excitement.

Here stands Martin Moriarty, with the solo opening of Hindemith’s Schwanendreher. The whole (Dutch) viola world is watching. Embarking on that endlessly rehearsed sequence of double stops, which also has to form a melodic line, he realizes with certain horror that the very first E-octave is out of tune. Keep smiling, think ahead! I cannot escape the impression that this first scare impacts the rest of his performance, keeping one hand on the emergency brake all the way.

Thereafter follows Enescu. I like the sound of this performance even more than Martin’s rendition in the first round, it is more lyrical, less rough in the edges. The acoustics in this auditorium help a bit, but they also mercilessly expose every small error. Daniël Kramer follows him well in a few spontaneous rubato’s, and helps him across the finish line with a firm pianistic pat on the shoulder. All in all, there are just a bit too many small errors. We have to wait and see what the other candidates will do.

Now it is Billy Murray’s turn, accompanied by Martijn Willers. His attire is conspicuously informal, a conscious footing in the familiar. But he, too, is visibly influenced by the pressure. He starts with  Enescu, the nervousness results in very cautious tempi, and he visibly struggles with bow control. That is the flipside of easily tapping into and projecting your musical emotions, because also feelings of pain and fear are then difficult to suppress.

After this  ordeal, he plays the 1st movement of the Walton concerto. There is an opportunity for him here, as he is the only finalist who has chosen this piece.  The melodious first theme is a thankful starter. The most difficult obstacles are lurking further down the road. He now reaches his comfort zone, where only the deep sound of his viola matters, nothing else. Thus comforted, he charges into an accelerating passage. When it all returns to tranquility, he can look back on a nice lyrical performance.

Take Konoye enters the stage with pianist Noriko Yabe for Der Schwanendreher: He, too, cannot escape a few scratches in the opening section; but he recovers very quickly, energetically bowing away his nervousness. I have to remind myself that this is a first-year student playing. He totally nails the recapitulation of the main theme, a liberating sensation! And he knows, after the final C-major chord: It was good.

He plays the Concert piece with Martijn Willers with the air of a winner, parading his way through this exercise. He takes it easy, his mental advantage on the competition is at this point huge. He reels in the victory with great ease. There is no doubt left, this is Gold.

The jury has seen it, too. Take is our new “Dutch viola champion”, and receives the audience prize as well. Billy Murray gets the second prize and Martin Moriarty finishes third.

Epilogue

Our warmest thanks to the Festival team at het Conservatory of Amsterdam – in particular Francien Schatborn, Richard Wolfe, Marjolein Dispa, Judith Wijzenbeek and our honorary members Nobuko Imai and Jürgen Kussmaul, who support this event. Last but not least thanks to the production team Clara Brons and Marianne Berenschot and all helping students in Amsterdam.

See you at the next Amsterdam festival!

AVF 2017, Dag 4: De Nationale Altvioolbijeenkomst

door Kristofer G. Skaug

18/02/2017

English version below! Follow this link.

Vandaag waren er veel masterclasses en bovendien een Mozart strijkkwintetten-marathon. Helaas kon deze verslaggever daar niet bij aanwezig zijn, dus we skippen even door naar het feestje in Splendor, met de titel “3e Nationale Altvioolbijeenkomst”, als samenwerking tussen de DVS en het Conservatorium van Amsterdam.

Jan van der Elst lectures

Jan van der Elst lezing

We beginnen in Splendor om 16:30u met een lezing van vioolbouwer Jan van der Elst (lees ons interview met Jan hier). Er wordt uitleg gegeven over het belang van een geschikt staartstuk, fijnstemmers, de relatie tussen nek- en lichaamslengte, de plaatsing van de kam. Jan presenteert met scherpte en humor. Er is ook tijd voor vragen uit de zaal, en het publiek is zeer geëngageerd (download hier de presentatieslides).

Hierna presenteert de DVS zichzelf en de plannen voor het IVC in Rotterdam, dat we volgend jaar willen organiseren (download hier de presentatieslides). Het is een compacte samenvatting, we presenteren daarbij ook video’s van onze optredens in Porto (2014) en Cremona (2016).  Op persoonlijke titel laat ik mijn favoriete uitvoering van “Skip Count Sweet Miles” afspelen, uitgevoerd door Kellen McDaniel in de 1e ronde van het concours.

Splendor zit heerlijk vol. Studenten uit Rotterdam en Amsterdam, jong talent met ouders, docenten en festivalpubliek door elkaar. Met een zeer smakelijk buffet verzorgd door de DVS kunnen we er weer tegenaan voor het avondprogramma.

Op zolder wordt een “Viola Lounge” gehouden, een informeel concert voor en door de studenten, waaronder de beruchte “3 violas” (Hessel Moeselaar, Floris Faber, Geerten Feller) die de eigen creaties te gehore brengen. Hier kon ik helaas niet bij zijn, want tegelijkertijd vindt beneden in de grote zaal een “Jong talent” concert plaats.

Deze jonge musici zijn eerder op de dag te gast geweest in de masterclasses van Judith Wijzenbeek en Jürgen Kussmaul. De zeer jonge Sarah Sikkers brengt op haar altviooltje heel vlot (en uit het hoofd) een C-groot versie van het bekende vioolconcert van Küchler, 1e deel. Eugene Kohnstamm speelt een Nocturne van Kalliwoda, en Sylven van Sasse van Ysselt speelt de Romanze van Bruch.

Sarah Sikkers, Eugene Kohnstamm, Joao Abreu

Sarah Sikkers, Eugene Kohnstamm, Joao Abreu

João Abreu (17) speelt de Elegie van Vieuxtemps. En hoe! Hij is met zijn ouders overgevlogen uit Porto, speciaal om het festival in Amsterdam mee te mogen meemaken. Hij komt uit het warme altvioolnest van de Portugeze viola society, dat o.a. in 2014 een altvioolorkest van zo’n vierhonderd (!!!) jongeren op de been zette. Maar hier is meer aan de hand, deze jongeman heeft heel veel muzikaliteit – die zullen we nog eens terugzien!

Tot slot speelt een strijkkwartet bestaande uit vier jongedames van de jong talentafdeling (Alice van Binsbergen, Olga Göschel, Elin Haver en Hesce Mourits) een stuk van Clara Schumann. Heel mooi gebracht, en een passende afsluiting.

De “Bonte Avond” volgt, met een interessant programma.

Eerst horen we een Andantino van Khatchaturian, bewerkt voor altviooltrio. Heel mooi en sfeervol gebracht door Liselot Blomaard, Rita Proenca en Lotte Grotholt. Een mooie vondst!

Saeko Oguma, Paw / Murray, Take Konoye

Saeko Oguma, Paw / Murray, Take Konoye

Voormalig Nationaal Altvioolconcourswinnares Saeko Oguma speelt een bewerking van de fluitpartita in g kl.t. van Bach. Vervolgens speelt Billy Murray zijn als beste aangewezen Mozart-duo vertolking opnieuw samen met violiste Cordelia Paw, en Take Konoye mag zijn “Gesualdo’s bovenkamer” en “Skip Count Sweet Miles” (Oene van Geel) om dezelfde reden opnieuw voor publiek spelen, maar nu met “Skip Count” op max tempo (220).

042a

Sextet van Dale

De vierdejaarsstudenten van het Conservatorium (Lisa Eggen, Carlos Delgado Antequera, Laura Hovestadt, Annemarie Hensens, Blanca Sanchez en Floris Faber) spelen het sextet “Introduction & Andante” op.5 van Benjamin Dale. Voor het eerst dat ik dit live hoor. Dit stuk wordt om begrijpelijke redenen het “Verklärte Nacht voor altvioolsextet” omschreven, er zitten texturen en harmonieën in die doen denken aan Schönberg’s opus 4. Twee leuke weetjes: De 4e altvioolstem (Annemarie Hensens) heeft opvallend vaak leuke solo’tjes. En de 6e stem (Floris Faber) werkt met twee settings van “scordatura” – de laatste vraagt dat de C-snaar een kwart omlaag gaat naar de G, dit wordt alleen toegepast voor het slotaccoord, waarin een diepe As gevraagd wordt. De minst onpraktische oplossing is om een speciaal hiervoor verstemde altviool mee te nemen voor die laatste noot! Helaas is de akoestiek van de volgepakte Splendor-zaal niet meer optimaal voor dit stuk, maar mooi is het zeker.

Rotterdam Viola Class

Rotterdam Viola Class

Na een korte break komt de altvioolklas van Codarts Rotterdam met een heuse wereldpremière: Het Divertimento voor 8 altviolen, van Arie van Hoek. Karin Dolman voert het ensemble aan, dat verder bestaat uit Ulla Thorsteinsdottir, Esther Fernandez Olalla, Marta Ocete Montoro, Raquel Sanchez Gonzalez, Rayen Estraviz, Francesca Wiersma en Stefano Sancassan. Het is gezellige muziek maar lang niet makkelijk.

044In de ochtend heeft Oene van Geel een masterclass improvisatie gegeven aan vier studenten. De resultaten van die workshop worden nu ten gehore gegeven. Lotus de Vries, Carla Regio, Hessel Moeselaar en Floris Faber voeren een sort scéance uit waar vloer, verwarming, muur, raamkozijn, en altviolen natuurlijk worden ingezet om diverse klanken met elkaar te laten reageren. Een boeiend optreden!

Als uitsmijter krijgen we een aantal stukjes uit de Zauberflöte van Mozart, bewerkt voor 4-stemmig altvioolorkest. In dat orkest nemen alle studenten en docenten plaats.  Jürgen Kussmaul dirigeert en er is een leuke wirwar van mini-solo stemmetjes, vooral in “Ein Vogelfänger bin ich ja”, overal komen die panfluit-riedeltjes vandaan. Ook de bekende aria “Hölle Rache” klinkt lekker dramatisch, gespeeld door zo’n 30 altviolen.

049aDaarna wordt nog lang gefeest in de bar. Een zeer geslaagde en gezellige dag.


~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
English Version

Today there were lots of masterclasses and also a “Mozart string quintets marathon” at the Conservatory! Unfortunately, this reporter could not be present there, so we fast forward our account to the party in Splendor, with the alternative title ”3rd National Viola Gathering”, a cooperative effort between the Dutch Viola Society and the Conservatory of Amsterdam.

We start in Splendor at 16:30h with a lecture by luthier Jan van der Elst (read our interview with him here). He lectures about the importance of a good tailpiece with the proper fine tuners, the relation between characteristic measures of the viola (“neck stop” and “body stop”), the placement of the bridge and more. Jan presents his points with acuity and humour. There is also some time for questions from the very interested audience (you can download his presentation slides here).

Next, the DVS grabs the spotlight to present itself and the plans for an International Viola Congress (IVC) in Rotterdam next year (download the presentation slides here). It is a very compact summary whereby also the video clips are shown of our performances in Porto (2014) and Cremona (2016).

On a personal title, I also replay to the audience my favourite rendition of “Skip Count Sweet Miles”, as given by Kellen McDaniel in the 1st round of the Viola Competition.

Splendor is nicely filling up with Students from Rotterdam and Amsterdam, young viola talents with their families, teachers and festival audience. The DVS serves a very tasty buffet dinner, after which we are ready to move on to the evening programme.

Up in the attic a “Viola Lounge” is held, and informal concert by the students. Among the contributors is the infamous ensemble “3 violas” (Hessel Moeselaar, Floris Faber, Geerten Feller) which brings us their own creations. Unfortunately I could not be here to absorb and report, because at the same time there is a “Young Talents” concert in the main hall downstairs.

These young musicians all attended masterclasses with Judith Wijzenbeek en Jürgen Kussmaul earlier today. The very young Sarah Sikkers plays a C-major version of the well-known concerto by Küchler on her very small-size viola – well done, and all by heart! Eugene Kohnstamm plays us a Kalliwoda Nocturne, and Sylven van Sasse van Ysselt plays the Bruch Romanze.

João Abreu (17) plays the Elegie by Vieuxtemps. Amazing! He flew here all the way from Porto (Portugal) just to be able to attend this festival. He was “raised” in the warm viola nest of the Portuguese Viola Society, the same group that mustered a band of 400 young violists for the 2014 Congress in Porto. But this young man is more than your average enthusiast – he is very musical and already considerably skilled. I’m sure we’ll see him back on stage in the future!

The last act is a string quartet consisting of four young ladies from the talent school (Alice van Binsbergen, Olga Göschel, Elin Haver and Hesce Mourits), playing a piece by Clara Schumann. Very nicely done, and a fitting end for the concert.

The evening concert follows, with an interesting programme.

First we hear an Andantino by Khatchaturian, arranged for viola trio, very well played by Liselot Blomaard, Rita Proenca and Lotte Grotholt. A beautiful repertoire find!

Former National Viola Competition winner Saeko Oguma plays a transcription of the flute partitat in g minor by Bach. Together with violinist Cordelia Paw,  Billy Murray plays the Mozart duo (in B flat), having been named the best such performance in Round 1 of the Competition. And for the same reason, Take Konoye plays his rendition of “Gesualdo’s bovenkamer” and “Skip Count Sweet Miles” (Oene van Geel) again, but now doing “Skip Count” at max speed (220).

The 4th year students from the Conservatory (Lisa Eggen, Carlos Delgado Antequera, Laura Hovestadt, Annemarie Hensens, Blanca Sanchez and Floris Faber) play the sextet “Introduction & Andante” op.5 by Benjamin Dale. The first time that I hear a live performance of this piece, which is commonly described as the “Verklärte Nacht for viola sextet”; there are indeed textures and harmonies in this piece which reminds one of Schönberg’s opus 4. Two fun facts: The 4th viola voice (Annemarie Hensens) has a noticeable number of fun solo’s. And the 6th viola (Floris Faber) has to deal with two settings of “scordatura” – the lowest one demands that the C-string be tuned one fourth down to a G. This is only needed for the final chord of the piece (where an A-flat is requested). So the least unpractical solutions is to bring a second prepared viola on stage just for the single purpose of that last note! Unfortunately, the acoustics of this overcrowded Splendor hall tonight is not doing justice to this piece. But it is still very beautiful.

After a short break, the Codarts Rotterdam viola class lines up for a true World Premiere! The Divertimento for 8 violas, written by Arie van Hoek. Karin Dolman leads the ensemble, which includes Ulla Thorsteinsdottir, Esther Fernandez Olalla, Marta Ocete Montoro, Raquel Sanchez Gonzalez, Rayen Estraviz, Francesca Wiersma and Stefano Sancassan. It is convivial music, but by no means easy to play.

This morning, Oene van Geel gave a masterclass on improvisation for four students. The outcome of this workshop is now presented. Lotus de Vries, Carla Regio, Hessel Moeselaar en Floris Faber perform a kind of scéance where the floor, the heating, the walls, window sills and (of course) violas are used to allow different types of sound interact with each other. Fascinating show!

As a final act, we are treated to a number of pieces from Mozart’s Zauberflöte, arranged for 4-part viola orchestra. All students and teachers team up in this orchestra, and Jürgen Kussmaul conducts. There is an amusing randomness of mini-solo parts, especially in “Ein Vogelfänger bin ich ja”, the well-known pan-flute motif echoes from all over the place. The equally familiar aria “Hölle Rache” sounds nicely dramatic, from the strings of 30+ violas.

The party in the bar continues until late. It has been a very successful day.

AVF 2017, Dag 2: Hard werken

door Kristofer G. Skaug

English version below! Follow this link.

001

Jury vlnr: Jürgen Kussmaul, Hannah Strijbos, Eric vd Wel, Roland Kieft

Wij zijn vroeg aanwezig, om geen ene noot van Dag 2 van de 1e Ronde te hoeven missen. De jury heeft er ook duidelijk zin in.

Masterstudente Lara Albasano bijt de spits af met een hele schone Mozart (G). De “Skip Count” van Oene van Geel is technisch zeer goed, en lijkt toch behoorlijk relaxed! De Enescu was eveneens steengoed, haar spel is heel volwassen. Als ik heel picky zou moeten zijn, heel af en toe haperde het samenspel met Daniël Kramer… ietsje. Maar hier is een statement gemaakt, het zal voor menigeen dringen worden om de volgende ronde te bereiken van dit concours.

Kellen en Danielle

Kellen en Danielle

Kellen McDaniel komt uit Californië, maar studeert bij Zemtsov in Den Haag. Hij opent met Mozart in G, samen met Danielle Daoukayeva op viool, met wie hij al jaren in het Babylon kwartet samenspeelt, en dat is goed te horen. Ondanks enkele foutjes is het een charmante vertolking. Enescu met Gerard Boeters wordt iets meer “op zeker” gespeeld. En dan, voorafgegaan met een “one, two, one-two-three-four” – zijn Skip Count is met stip de meest catchy versie tot nu toe, met meedeinende bassist, alerte timing en swingende energie. De bassist helpt ook mee in “Gesualdo” met enkele diepe ondertonen. De vrije improvisatie is goed aan Kellen besteed. Interessante beurt!

Kardelen Buruk

Kardelen Buruk

De uit Turkije afkomstige Kardelen Buruk begint met Enescu. Een beetje tam in de inleiding, maar gaandeweg komt ze in een goede flow. Haar Mozart gaat ook goed. In Skip Count raakt ze de bassist even kwijt, maar ze herpakt zich en maakt het stuk toch nog met veel bravoure af. In Gesualdo veel flageoletten in de improv, fraai afgerond met een paar sappige Bartok-pizzicato’s.

En dan komt met Lotus de Vries en verrassing: Eindelijk iemand die het “andere” Mozart duo in Bes groot (KV424) speelt. Het is technisch voor met name de viool wat pittiger. Maar de toonsoort is wel heel goed geschikt voor een mooie altvioolstem, en bij Lotus komt die heel mooi uit de verf. In de improvisaties van “Gesualdo’s bovenkamer” komt er eerst een lieflijk volksliedje en daarna iets dat me doet denken aan een motief uit Shostakovich 10e symfonie, maar dan veel heftiger. Enescu is wat zwaar, maar ze komt er goed uit.

Esther Fernandez Olalla

Esther Fernandez Olalla

De volgende is Esther Fernandez Olalla, een studente van Karin Dolman in Rotterdam. Ze wordt begeleid door Roderigo Robles de Medina in het Concertstuk van Enescu, dat gaat prima! Ze heeft zeker voortgang gemaakt sinds de masterclass met Richard Wolfe vorige maand, waar ze ditzelfde stuk voorspeelde. “Skip Count” biedt een dramatische plot twist – Esther laat zich begeleiden door haar docent op altviool! Strict gesproken onreglementair, maar daarom ook best leuk. Het relatief gebrek aan een dwingende baspuls wordt wel deels goedgemaakt door zelfgemaakte swing. Not bad! De Mozart biedt een andersoortige personele première – want voor de eerste keer zien we een mannelijke violist op het podium, een secuur en muzikaal spelende Manuel Muñoz. Toch ontbrak in dit stuk muzikale spanning.

Vierdejaars KC-studente Sophie Vroegop komt nu op samen met Vera Werkman voor het Bes-groot duo van Mozart. Er wordt fijne samenklanken gemaakt, ondanks wat intonatiefoutjes is het wel mooi muzikaal. Enescu brengt ze goed

031

Sophie Vroegop

samen met Gerard Boeters, ze maakt goede dynamische spanningsbogen. Bij het stuk van Oene van Geel weer iets nieuws een live basgitarist! Dat swingt lekker. In “Gesualdo” weer een nieuwe vondst: improvisatie in gitaarmodus, altviool onder de arm.

Komt de volgende: William Murray. Mozart in Bes met Cordelia Paw is een waar feestje, om echt blij van te worden. In “Gesualdo’s bovenkamer” gaat hij hardop zingen, samen met zijn altviool wordt het een heus madrigaalkoor, geweldig! Maar zijn Enescu is nog beter, hier kan hij de kracht van zijn mooie diepe Amati altviool goed uitbuiten. Hij heeft een goede uitstraling op het podium, projecteert zelfvertrouwen en plezier in zijn werk. Hem zullen we ongetwijfeld in de volgende ronde terugzien.

Takehiro (“Take”) Konoye is de jongste deelnemer van het concours, maar zeker niet de geringste. Hij begint met Van Geel, een erg goede en virtuoze Skip Count. In Gesualdo laat hij zien dat hij ook heel goed overweg kan met klank. In het G-duo van Mozart speelt hij tot mijn verrassing niet samen met zijn tweelingzusje, waarmee hij al sinds jaren een prijsbeloonde viool/altviool duo vormt. Maar zijn samenspel met violist Shin Sihan mag er ook wezen. En hij sluit af met een zeer beheerste Enescu.

Hannah Shaw komt uit de categorie “allang afgestudeerden”, en heeft derhalve een behoorlijk volwassen vriendenkring. Als partner in het Bes-duo van Mozart heeft ze niemand minder dan Ben Gilmore bij zich, Oskar Back winnar van 2013. De stukken van Oene van Geel kan ze makkelijk mee uit de voeten, hoewel de improvisaties in “Gesualdo” niet de origineelste van allemaal zijn. Ze sluit af met Enescu samen met Daniël Kramer, een puike uitvoering, zij het misschien een beetje voorzichtig, in relatie tot haar ervaring.

We naderen het einde van de 1e ronde, nog maar 3 kandidaten te gaan. Het concertstuk

Michiel Wittink

Michiel Wittink en Margot Kolodziej

van Enescu hebben we inmiddels 15 keer gehoord. Michiel Wittink komt met uitvoering nummer 16, en niet onverdienstelijk. Sommige plekken vallen ten prooi aan stress-gerelateerd haastgevoel, maar hij rondt af met een elegante “telemark landing” (om maar een term uit de schansspringsport te lenen), en oogst daarmee verdiend applaus. De “Skip Count” is virtuoos gedaan, hij zit even wat achterop de beat, maar herstelt zich op tijd. In mijn oor een beetje jiddische invloed (a la Ernst Bloch) op de harmonieën in zijn Gesualdo-improvisaties. En hij sluit af met een opgetogen Mozart in G (samen met Margot Klodziej).

Joosep Ahun

Joosep Ahun

Hierna komt Joosep Ahun, masterstudent uit Den Haag. Zijn Van Geel heeft een eenvoudige maar eigenzinnige improvisatie die een zware wissel trekt op zijn bas-stembanden. Mozart in G samen met Eva de Vries is netjes, maar een beetje kleurloos als je mag vergelijken met de beste uitvoeringen tot nu toe. Gerard Boeters begeleidt alweer voor de 4e keer vandaag in Enescu. Zeker niet slecht, maar hoe goed? Die vraag begint nu steeds heftiger op te spelen in de hoofden van menig kandidaat.

Olga Kowalczyk

Olga Kowalczyk

De allerlaatste: Olga Kowalczyk opent met Mozart in G, zij wèl samen met haar zus, Maria. Nadeel voor haar is dat ik na een hele dag altvioolconcours niet meer weet of ik mijn oren goed kan vertrouwen. Maar volgens mij is er niet veel mis met deze Mozart. Na een “Skip Count” op volle toeren streelt de klankvorming in “Gesualdo” mijn vermoeide oren, en ook hier komt een zangstem in het spel. In het afsluitende Concertstuk melden mijn oren een paar ruwe plekken, maar zoals gezegd, die vertrouw ik nu al niet meer. Het is even doorbijten, maar ik geloof het maar al te graag als ik een prachtig opbouw naar het slotgedeelte hoor. Voilà! (of moet dat zijn: VIOLA!?): het is afgelopen.

Nu is de taak aan de jury. Er zijn in mijn boekje heel veel kanshebbers voor de 2e ronde. Ben benieuwd!

Drie kwartier later komt de uitslag – de volgende zijn door naar de 2e ronde:  Evgeniya Peschanskaya, Hessel Moeselaar, Martin Moriarty, Lara Albesano, Lotus de Vries, William Murray, Take Konoye en Hannah Shaw.

Succes allemaal, morgen (vrijdag) vanaf 11.30u in de Haitinkzaal!

O ja, nog even de volgende extra juryprijzen:
Beste Mozart: William Murray
Beste Van Geel: Take Konoye  (dat had m.i. wel Kellen McDaniel moeten zijn!)


~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
English Version:

We are up early today, in order not to miss a single note of the second day of this viola competition. The jury is clearly also eager to go.

Master student Lara Albesano kicks off the day with a very beautiful Mozart (in G major). The jazzy “Skip Count Sweet Miles” by Oene van Geel is technically very good, and performed with apparent ease! The Enescu was also very good, her playing is very mature. If I had to be very picky, a few times the sync with pianist Daniël Kramer is a tiny bit off. But she makes a clear statement here: There will be many competitors in the running for the 2nd round.

Kellen McDaniel hails from California, but currently studies with Zemtsov in The Hague. His opening statement is the Mozart duet in G, together with violinist Danielle Daoukayeva, with whom he has played for several years in the Babylon string quartet, and it shows. In spite of a few mistakes, it is a charming interpretation. The Enescu with Gerard Boeters is however played in ‘safe mode’. But then, preceded with a “one, two, one-two-three-four” – his “Skip Count” is easily the most catchy rendition so far, including a jumping bass player, alert timing and swinging energy.  The bass player also assists with some deeper undertones in the “Gesualdo” improv, which Kellen makes good use of. Interesting turn!

The Turkish student Kardelen Buruk starts off with Enescu. A bit timid in the introduction, but gradually she reaches a good state of flow. Her Mozart is also good. In the “Skip Count” she loses track of the bassist for a while, but recovers nicely in time to finish the piece with bravoura. In the Gesualdo her improv includes a lot of flageolet notes, and a few juicy Bartok-pizzicato’s.

And then Lotus de Vries offers us a nice surprise: Finally someone who has chose the “other” Mozart duo in B flat (KV424). It is technically more demanding, especially for the violinist. But the key is very suitable for a sounding viola voice, and Lotus really succeeds in making that happen. In the improvisations of “Gesualdo” we hear first a folk song and in the next part something that makes me think of a motif from the Shostakovich 10th Symphony, but then much more intense. Finally, her Enescu was a bit ‘heavy’ at times, but she came out all right in the end.

Next up is Esther Fernandez Olalla, a student of Karin Dolman in Rotterdam. She is accompanied by Roderigo Robles de Medina in the Enescu concert piece, and that goes very well! She has booked a lot of progress since the masterclass with Richard Wolfe in January. “Skip Count” offers a dramatic plot twist – Esther is accompanied by her teacher, on the viola! Strictly speaking against the competition rules, but that makes it all the more fun. The relative lack of a steady base pulse is compensated in part by self-induced swing. Not bad! The Mozart offers a different “first”, that of a male violinist, a quite steady Manuel Muñoz. But I missed musical “suspense” in this piece.

Fourth-year student Sophie Vroegop enters the stage with Vera Werkman for the B flat Mozart duo. Some nices harmonies are made together, and in spite of some intonation issues, there is enough musicality. She then moves on to Enescu (with Gerard Boeters), succeeding in making good dynamic arcs. In the piece of Oene van Geel she appears with a live bass guitarist! That swings nicely. In “Gesualdo” another new invention is brought up: Improvisation in guitar style, with the viola tucked under the arm.

Up next: William Murray. Mozart in B flat with Cordelia Paw is a musical feast! In “Gesualdo” he starts singing out loud, and in combination with his viola it suddenly becomes a madrigal choir, fantastic! But his true prowess shows in Enescu, where he can fully exploit the power of his sonorous, deep Amati viola. He has a good stage presence, projecting confidence and pleasure in his work. I’m sure we will see him in the next round.

Takehiro (“Take”) Konoye is the youngest contestant of them all, but far from the least capable. He starts out with Oene van Geel, with a very good and virtuosic “Skip Count”. In “Gesualdo” he demonstrates that he also knows what to do with tone coloring and sound production. In the Mozart G-major duo he plays – to my surprise – with Shin Sihan, rather than his own twin sister Mayu, with whom he has already won several prizes as a duo. But mr. Sihan certainly knows his Mozart, so no problem. Take closes out with a very well-controlled Enescu.

Hannah Shaw participates in the category of “postgraduates”, and as such she can tap into a very grown-up network fo musical friends. Hence, in the Mozart duo (B flat), she appears with Ben Gilmore, the 2013 Oskar Back competition winner. She also manages well with the pieces by Oene van Geel, although the improvisations in “Gesualdo” are not the most original ones. She finishes with Enescu, accompanied by Daniël Kramer, a fine performance, albeit perhaps a bit on the “risk-averse” side, in light of her already significant professional experience.

We are nearing the end of the 1st round, only 3 candidates left. We have now heard the Enescu piece 15 times. Michiel Wittink brings us number 16, and quite meritably so. Some spots fall victim to stress-induced hastening, but he closes out with an elegant “Telemark landing” (to borrow some ski-jumping terminology), and receives deserved applause for this feat. The “Skip Count” piece is done very virtuosically, for a short while he is slightly behind the beat, but recovers. His the Gesualdo-improvs have a Yiddish flavour, in an Ernst-Bloch-like sense. His “home stretch” is a jubilant Mozart in G, together with Margot Kolodziej.

After this comes Joosep Ahun, Master student from The Hague. His “Gesualdo” has a simple but wayward improvisation which makes a big demand on his bass vocal chords. Mozart duo in G with Eva de Vries is totally OK but a bit bland when compared to the best renditions so far. Gerard Boeters then accompanies the Enescu for the 4th time today. Joosep’s version is certainly not bad, but how good is it? This question looms in many a candidate’s mind right now.

The last candidate, Olga Kowalczyk, starts with Mozart duo in G. Unlike Take, she does play with her sister, Maria. A disadvantage for her is that I’m starting to distrust my ears after a whole day’s worth of viola competition. But as far as I can tell, there’s not much wrong with her Mozart. After a “Skip Count” at full speed, her tranquil sounds in the “Gesualdo” is soothing to my weary ears. She throws in some vocal cords for good measure. In the final rendition of the Concert piece my ears signal a few rough spots, but like I said, they’re not to be trusted anymore. Hanging on with my last bits of auditive concentration, I am so willing to believe that I just experienced a magnificent build-up towards the finale of this piece. Voilà! (or should that be VIOLA!?). It is finished.

Now the rest is up to the jury. In my book there are many people in the running for the 2nd round. I’m curious!

Three quarters of an hour later we have the verdict of the jury – the following people go on to the 2nd round:  Evgeniya Peschanskaya, Hessel Moeselaar, Martin Moriarty, Lara Albesano, Lotus de Vries, William Murray, Take Konoye and Hannah Shaw.

We wish you good luck tomorrow (Friday), starting at 11.30h in the Haitinkzaal!

Almost forgot, there were two extra jury prizes:
Best Mozart: William Murray
Best Van Geel: Take Konoye  (that should have been Kellen McDaniel, IMHO!)

AVF 2017, Dag 1: Kick-off

door Kristofer G. Skaug

English version below! Follow this link.

Francien Schatborn opent het 6e Amsterdam Viola Festival

Francien Schatborn opent het 6e Amsterdam Viola Festival

Het is zover, het 6e Amsterdam Viola Festival is van start gegaan. We worden welkom geheten door artistiek leider Francien Schatborn. Vanavond begint de eerste ronde van het Nationaal Altvioolconcours, waarbij de eerste zes (van in totaal 18) kandidaten hun kunsten zullen laten horen.

Het programma vanavond is vrij bijzonder, alle kandidaten spelen precies dezelfde stukken. Ze hadden mogen kiezen tussen twee Mozart-duos, maar iedereen heeft de uitbundige G-groot duo gekozen.

Verder staat het Concertstuk van Enescu en een opdrachtsstuk van Oene van Geel als verplichte werken op het programma.

De eerste kandidaat is de Argentijns-Italiaanse Carla Regio. De Mozart gaat haar goed af, zij speelt dit duo vanavond als enige uit het hoofd, samen met violiste Cordelia Paw. In het snelle jazzstuk “Skip Count Sweet Miles” (opdrachtsstuk van Oene van Geel)

025

Carla Regio in actie met “Skip Count Sweet Miles” van Oene van Geel

laat ze zich begeleiden door een contrabas (ipv het bandje met Mark Haanstra op basgitaar). Dit verhoogt wel de kamermuzikale gehalte van het optreden, maar kent ook risico’s. In dit geval wiebelt het tempo ietswat, en komt de swing er niet goed uit. In “Gesualdo’s bovenkamer” laat ze haar klank in de improv-stukken aanvullen met een electronica-loop, waarin haar stem ook meewerkt. Effectvol gedaan! Haar inspanningen worden beloond met luid gejuich van vele aanwezige fans.

Hierna komt de russische Evgeniya Peschanskaya, masterstudente in Den Haag. Zij speelt een krachtvolle Mozart en Enescu, en in “Gesualdo’s bovenkamer” zet ze een groots uitgewerkte cadenza neer. Veel energie, veel temperament.

José Nunes

José Nunes

José Nunes laat zien dat hij veel in huis heeft. Door de zenuwen sluipen er wat schoonheidsfouten in, maar die maakt hij snel weer goed door hele sublieme zaken te doen. De Mozart was heel aardig, en in het afsluitende “Gesualdo’s bovenkamer” zijn er heel veel mooie klanken, ook al is de improvisatie niet echt heel origineel. Veel respect voor dit optreden.

Na en verkorte koffiepauze is Hessel Moeselaar aan de beurt. Een oude bekende, die wederom niet teleurstelt. In het Mozart-duo heeft hij een ongekend spannende pianissimo-plek gemaakt. De Enescu is van hoge kwaliteit. In zijn poging om de onwennige riedels in “Skip Count Sweet Miles” te bezweren, komt het een beetje flegmatiek over. In “Gesualdo’s bovenkamer” zit een improvisatie die nogal neoklassiek overkomt, daarin zijn we nogal ver afgedwaald van de grillige harmonieën van “modernist-ver-voor-zijn-tijd-uit” Gesualdo. .

De volgende kandidate is Ursula Skaug. Before you ask, ja, dat is mijn dochter, dus ik kan er niet zo objectief over schrijven. Zowel Mozart (met Vera Werkman, viool) en Enescu (met Gerard Boeters op piano) zitten goed in elkaar. In de improv van “Gesualdo’s bovenkamer” voegt ze een vleugje boventoonszang toe. Best cool.

032a

Martin Moriarty in het Mozart-duo

Als laatste kandidaat van de avond verschijnt Martin Moriarty. Hij is als altvioolspeler enorm gegroeid in Amsterdam. Wat hij laat horen is in zijn totaliteit zonder meer de beste prestatie van deze avond. Vooral zijn Enescu maakt indruk, hij neemt tijd en ruimte om het stuk meer persoonlijkheid te geven. Zelfverzekerd veegt hij de vloer aan met alle technische obstakels. Bravo.

Morgen volgen nog 12 kandidaten.

Ben blij dat ik niet in de jury zit.


~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
English Version:

Finally, the 6th Amsterdam Viola Festival has started. Artistic leader Francien Schatborn welcomes the audience. Tonight, the first round of the National Viola Competition starts, whereby the first six (of in total 18) candidates will perform.

The programme this evening is quite special, all candidates will play exactly the same pieces. They did have the choice between two different Mozart duets, but everyone chose the same exuberant G major duet. The (in)famous “Concert piece” by Enescu and a commissioned piece by Oene van Geel are also mandatory works in this round.

The first candidate is the Argentinian-Italian Carla Regio. Mozart suits her nicely, she plays this duet by heart, together with violinist Cordelia Paw. In the fast jazzy piece “Skip Count Sweet Miles”, she has brought in a double-bass player for accompaniment (instead of the tape with bass guitar played by Mark Haanstra). This heightens the chamber-music feel of the performance, but it also brings some risks. In this case the tempo is unstable, and the ‘swing’ doesn’t quite work out. In the piece “Gesualdo’s top floor”, she uses electronic sampling loops to enrich the sound, including some contributions from her own voice. Quite a nice effect! Her efforts are rewarded with loud cheers from her loyal fans.

The next candidate is the russian Evgeniya Peschanskaya, currently a master student in The Hague. Her Mozart and Enescu are forecully delivered, and the “Gesualdo’s top floor” includes a quite expansive cadenza. Lots of energy and temperament.

José Nunes demonstrates that he has quite a lot to offer. Here and there the nervousness leads to some errors, but he quickly amends for those with sublime playing. His Mozart is very good, and in the closing piece “Gesualdo’s top floor”, there are many beautiful sounds to be heard, even though the improv isn’t too original. Overall though, my respect for this performance.

After an abridged coffee break, it is Hessel Moeselaar‘s turn. An old acquaintance, who once again does not disappoint us. In the Mozart duet, he makes an unbelievably soft pianissimo. And he plays a high-quality Enescu. In an attempt to conquer the unwieldy runs in “Skip Count Sweet Miles” with an appropriate measure of jazzy laid-backness, the result becomes a bit too phlegmatic, however. In the “Gesualdo’s top floor” he builds an elaborate improvisation that sounds oddly neoclassical, in other words it strays quite far from the quirky harmonies of “modernist-far-before-his-time” Gesualdo.

Ursula Skaug is the next one up. Before you ask, yes, she is my daughter – so I can hardly write objectively about her. Both her Mozart (with Vera Werkman, violin) and Enescu (with Gerard Boeters, piano) are well done. During the improv in “Gesualdo’s top floor'”, she throws a waft of overtone singing into the mix, quite cool.

The last candidate for tonight is Martin Moriarty. He has grown enormously as a a violist during his years in Amsterdam. His overall performance is hands-down the best achievement of this evening. Especially his Enescu is impressive, he takes the time and space to give the piece more personality. He confidently deals with all technical challenges in this piece. Bravo.

Tomorrow, the 1st Round continues with 12 more candidates.

I’m glad that I’m not in the jury.

 

Verslag Masterclass Richard Wolfe

Utrecht, 14 januari 201720170114_021

Deze workshop “Ter voorbereiding van het Nationaal Altvioolconcours 2017” werd door de doelgroep aanvankelijk wat afwachtend bekeken: Welke van de 20 concours-deelnemers zouden het lef hebben (“just watch this!“) om hun spel in een openbare masterclass te laten bekritiseren door conservatoriumdocent en NedPhO-aanvoerder Richard Wolfe?

Uiteindelijk heeft de leergierigheid het gewonnen van de verlegenheid: Wie niet waagt, die niet wint! De vijf moedigen waren:

  • Esther Fernandez Olalla (Codarts),
  • Raquel Sanchez Gonzalez (Codarts, hors concours),
  • Kardelen Buruk (KonCon),
  • Martin Moriarty (CvA)
  • William Murray (CvA). .

Helaas was de pianist ziek, dus het moest allemaal zonder begeleiding, maar dat mocht de pret niet drukken.

Het “Konzertstück” van Enescu is één van de drie verplichte werken in de eerste ronde van het concours. De overige twee verplichte werken zijn: Een Mozart-duet viool/altviool en een opdrachtscompositie van Oene van Geel, die pas vorig week is uitgegeven.

Vandaar dat bijna alle deelnemers ervoor hadden gekozen om aan het stuk van Enescu te werken in de masterclass. Dit is een echte “Pièce de concours“, geschreven voor de eindexamens bij het conservatorium in Parijs (vorig jaar heeft de DVS over deze categorie stukken een aparte workshop gegeven). Het bevat een groot aantal technische uitdagingen, die allemaal binnen 10 minuutjes de revu passeren: Arpeggio’s, chromatische toonladders, van laag tot heel hoog, akelige dubbelgrepen, noem maar op.

Sommigen maken grote indruk met zeer precies en virtuoos linkerhandwerk, maar hebben dan weer moeite met stokindeling, adem en frasering. Anderen zijn onzeker mbt de intonatie op dubbelgrepen. Sommigen hebben moeite om genoeg klank te produceren in de uitbundige passages, anderen vinden juist een uitdaging in het maken van een voldoende subtiele pianissimo. Een terugkerend gespreksonderwerp van de docent is het verbinden van noten en frasen en de rol van streek en vibrato hierbij.

Ondanks dat ik me had voorgenomen om geen individuele prestaties met naam te noemen, wil ik toch twee uitzonderingen maken:

Ten eerste Raquel Sanchez Gonzalez (Codarts), die geen concoursdeelnemer is, maar heeft laten horen dat ze met haar Walton-concert goed bezig is.

Ten tweede William Murray, die niet alleen in bezit is van een erg mooie Amati altviool, maar tevens een verpletterende Hindemith op.25/1 in huis blijkt te hebben.

De deelnemers (en toehoorders) hebben veel inspiratie opgedaan bij deze uitgebreide masterclass-dag, wat dat betreft is het Nationaal Altvioolconcours, dat over een maand begint, opeens heel veel dichterbij gekomen. Veel dank aan Richard Wolfe! En wij wensen iedereen heel veel succes met de laatste weken van concoursvoorbereidingen!

Kristofer G. Skaug

20170114_029 20170114_037

20170114_04520170114_053

 

 

 

 

 

 

20170114_054

 

Introcursus altviool bij Domstad Jeugdorkest groot succes!

Het ‘probleem’ waar menig amateursymfonieorkest mee te maken heeft: een schrijnend tekort aan altviolisten! DVS maakt zich al jaren sterk om meer altviolisten op te leiden, of van violist tot altviolist om te scholen. Dat kan door een zelfontwikkelde introductiecursus gewoon ‘in huis’ bij de orkesten zelf. Na succesvolle introductiecursussen bij het Haagse Viotta en de Rotterdamse jeugd van het RJSO, was het onlangs de beurt aan het Domstad Jeugdorkest. Het resultaat mag er ook zijn: 3 violisten maakten de overstap naar de altviool. Geweldig vinden wij dat! Het orkest schreef er een mooi artikel over en plaatste een filmpje, klik maar op onderstaande link naar hun site:

Altviolen-project

altvioolcursus-domstad-jeugdorkest

Recensie Altvioolconcert MacMillan

Nederlandse première altvioolconcert van MacMillan
door het Radio Filharmonisch Orkest met solist: Lawrence Power
Tivoli Vredenburg 2 December 2016

door Sofie Booy

Ik ben Sofie Booy, 17 jaar, speel 6 jaar viool en afgelopen week was mijn eerste week dat ik begon met lessen altviool bij Karin Dolman. Deze week mocht ik een dag meelopen, les, workshop op Codarts en als afsluiting dit mooie concert met een Nederlandse première van een altvioolconcert. Dat komt natuurlijk niet zo vaak voor.

Ik was heel benieuwd naar het stuk, ik had van tevoren het proberen te luisteren, maar kon het nergens vinden, dus was het echt een verrassing wat er zou gaan komen.

Voorafgaand aan het concert was er een toelichting, waarbij de presentator Lawrence Power had gevraagd of hij even wat vragen wilde beantwoorden en om zijn alt mee te nemen om er wat stukjes op te spelen die we gingen horen. Dat laatste wilde hij niet, maar vragen beantwoorden vond hij wel goed.

Wij kregen een stukje van het 1e deel van het concert te horen. Hij reageerde daarop dat hij het eigenlijk jammer vond dat het al een beetje verklapt was, wat er zou gaan komen. De presentator zei dat het haar ervaring was dat mensen het fijn vinden om een stukje te horen zodat ze het herkennen in het concert, vooral als het nieuw is. Dat vond ik dus ook.

20161202_lawrence_power_en_sofie_booy

Lawrence Power met Sofie Booy

Na het interview begon het concert, dat ook op NPO Radio 4 werd uitgezonden. Het concert kreeg de titel: ‘melancholie en uitbundigheid’ dat vind ik wel 2 erg goed gekozen woorden om het altvioolconcert te omschrijven. Het was een best modern stuk, de componist leeft nog. Toch was het goed te volgen, er waren soms erg grote contrasten tussen orkest en solo alt, het hadden zo 2 verschillende stukken kunnen zijn, maar paste toch wel bij elkaar. Door de harmonische klanken van het orkest was het niet al te gek 😉

Soms schrok ik van wat er ging gebeuren, het was overweldigend. Omdat je natuurlijk niet echt heel goed kan verwachten wat er komen gaat.

In het tweede deel had de alt allemaal flageoletten en het orkest zachte akkoorden, het klonk alsof het onderwater was, en de alt een soort walvis geluiden maakte (op de meest positieve manier) dat fragment lieten ze namelijk ook bij de toelichting horen. Iemand anders in het publiek vond het klinken als ‘straatgeluiden’, het is dus bij iedereen verschillend.

Er werd ook veel gebruik gemaakt van de eerste twee alten, de eerste twee cello’s en de solist, die een soort vraag en antwoord spel speelden. Dat was erg bijzonder en leuk gedaan.

Lawrence Power liet zich echt gaan met de muziek, zijn gezicht was erg ontspannen waardoor zijn wangen meebewogen met hoe hij speelde. Hij had een erg mooie klank die goed aansloot bij het orkest.

Hij heeft ontzettend lange pinken waardoor het  (leek) alsof hij erg makkelijk kon spelen. In het begin vertelde hij ook dat toen hij het stuk te zien kreeg, hij het meteen kon spelen.

Het vooroordeel wat vaak veel mensen hebben over moderne muziek (en ik meestal ook maar nu steeds minder), is dat het ontoegankelijk is, maar dat was in dit geval helemaal niet zo. Dus gewoon proberen en ontdekken!

#CremonaBlog Day 3: Authentiek

De DVS is aanwezig bij het International Viola Congress 2016 in Cremona. Hier brengen DVS-bestuursleden Kristofer Skaug en Karin Dolman dagelijks verslag.

Jump to English Translation below.

Donderdag 6 oktober 2016

We kregen deze ochtend eerst 17 (!) van de 41 Caprices van Campagnoli te horen, dapper gebracht door de heel erg vroeg opgestane altvioolklas uit Birmingham. De ene beter wakker geworden dan de andere. Het gaf een goede kijk op het doorsnee niveau van de conservatoria. Meestal krijgen we alleen de beste studenten te horen, dat geeft uiteraard een vertekend beeld. Ze speelden bijna allemaal de etude uit hun hoofd. Er is goed gestudeerd. Uitspringers: Rebecca Stubbs, Matthew Johnstone, Martha Evans en Yu Yue.

Er wordt soms luchtig gedaan over het oeuvre van Alessandro Rolla. Maar deze ochtend kregen we van de Italianen een authentiek pleidooi voor deze componist, eerst bij monde van dr. Pietro Zappalà. Hij heeft een nieuwe website opgericht voor zijn research rondom Rolla, waar heel nauwkeurig kan worden gezocht tussen zijn honderden werken voor altviool. Vervolgens speelde het Ierse Collailm duo een Rolla-Concertante voor viool en altviool met veel charme. En tot slot stond Benedetta Bucci op het podium. Onthoud die naam! Ze mag zelfs voor een Paganini-lookalike doorgaan. Ze bracht het altvioolconcert van Rolla met heel veel overtuigingskracht en warm uitgedragen liefde voor deze Mozarteske muziek. Het gevoelig begeleidende strijkkwartet maakte het concert nog intiemer. Er kwam dan ook zeer spontaan bijval uit de zaal. En ik merkte dat de muziek mij wel geraakt had.

005

Over authentiek gesproken: Daarna waren onze Portugese vrienden aan de beurt. En zoals altijd maakten ze er werkelijk een feest van. Veel ensemblemuziek, en in de tweede helft begeleidden ze met z’n zessen Portugese gitaar en gitaar. Een frisse atlantische bries van folklore, geweldig! Het zou fijn zijn om meer van dit soort optredens te zien op de IVC.

011

Er was nog even tijd om een deel van het recital van Chiara Morandi te horen, o.a. de vrij onbekende sonate van Granville Bantock (1868-1946) en de suite van Bloch. Een kundige en temperamentsvolle altvioliste, goed begeleid op de piano door Michela Spizzichino. Maar om 13u moesten we ertussenuit knijpen om naar het tweede straatconcert te luisteren van de nederlandse studenten. Helaas werden hun mooie altvioolklanken op Piazza Stradivari een beetje overstemd door de vuilnisophaalwagens.

048

De traditionele vergadering van de besturen van alle bij IVS aangesloten Viola Societies volgde kort hierop. Er werden diverse huishoudelijke onderwerpen besproken. En natuurlijk vertelden wij hoever we zijn met de organisatie van het congres 2018, inclusief schriftelijke steunbetuigingen van belangrijke partners in Rotterdam. Iedereen was enthousiast, dus we kunnen doorgaan met de organisatie. Maar pas als we een sluitende financiële begroting hebben, krijgen we definitief groen licht van de IVS.

050

Tussendoor gaven onze vrienden van de Portugese Viola Society (APVDA) een interessante presentatie over de enorme groei van de altvioolcultuur in Portugal in de laatste 15 jaar. Dit is mede te danken aan een onderwijsreform in 2008, waarin fors is geïnvesteerd in de muziekopleiding: elk jaar zitten zo’n 5000 portugese kinderen van 12-17 jaar in fulltime muzieonderwijs, geintegreerd met school. Bizar om te bedenken dat Nederland in diezelfde jaren het muziekonderwijs kapotbezuinigd heeft.
Daarnaast krijgen portugese kinderen in het beginnersstadium (6-7 jaar) direct al een altviooltje onder de kin geschoven, in plaats van de gebruikelijke viool. Het resultaat liegt er niet om: op de landelijke altviooldag in 2013 kwamen 350 deelnemers, waarvan een meerderheid jongeren. De IVS heeft alvast een speciale onderzoekscommissie erop afgestuurd om het geheim achter dit opvallende succes beter te begrijpen.

Deze “feel-good story” werd gevolgd door een behoorlijk zwaarmoedige recital met 20e eeuwse muziek uit Polen. Werken van Spisak, Bacewicz en Penderecki mondden uit in het “Musiquette” voor 3 altviolen van Górecki: Met hele extreme scordatura‘s (de drie instrumenten waren totaal verschillend verstemd, tot in hele diepe registers) werden hele ongewone klanken geproduceerd, o.a. een soort ‘drone’ die je totaal niet van een lieflijk snaarinstrument zou verwachten. Erg goed – en ook, ja, authentiek! – gespeeld door de drie poolse altviolisten Maliszewski, Stanislawska en Guzowska.

054

Bruno Giuranna kwam vervolgens het podium op om zijn liefde voor Brahms met ons te delen. Zo was in één keer de programmering van de twee Brahms-kwintetten gisteravond verklaard, ook al had hij het nu in principe over de klarinet-/altvioolsonates op. 120. Eerst belichtte hij waarom sommige elementen van de altviooltranspositie (met name de octavering) soms ongelukkig uitpakt. Maar gaandeweg draaide het verhaal meer in de richting van een “sightseeing” van al zijn favoriete plekken in deze sonates. Boeiend, vol enthousiasme en humor verteld. Je begrijpt het: Ook dit was uiterst authentiek.

057

We hielden nog net genoeg tijd over voor een zaalrepetitie in het auditorium van onze belangrijke recital morgen. We konden een soundcheck doen op de electronica-opname van Raquel, en het kwartet “Frayed Ribbon” werd voor het eerst in surround-opstelling geprobeerd. Heel effectief! Helaas kregen we ook vanavond het trieste bericht dat onze meezingende jazz-sopraan en componiste Viola Rossi morgen verstek moet laten gaan ivm een gebroken rib! Dus we zullen haar stuk “Thoughts of theft” moeten schrappen van het programma.

‘S avonds was de finale van het “Città di Cremona” altvioolconcours in de San Agostino kerk, even verderop. De drie finalisten waren (in volgorde van optreden):

Muriel Razavi (1992, VS/Iran) – Walton concert
Matthew Cohen (1988, VS) – Bartok concert
Raphaël Pagnon (1992, Frankrijk) – Walton concert

092

Ze speelden alledrie goed, en de zeskoppige jury had een zware klus. Uiteindelijk heft de jury echter besloten om geen 1e prijs toe te kennen. De gedeelde 2e prijs ging naar Razavi en Cohen. Ik had daar wel vrede mee, maar ik hoorde velen om mij heen die juist vonden dat de als 3e geëindigde fransman de beste was. Ook hierbij werd vaak verwezen naar een vermeend gebrek aan authenticiteit bij deze en gene kandidaat.

Het woord van de dag is dus …

English Translation:

Thursday October 6th, 2016

This morning we were served 17 (!) out of the 41 Campagnoli Caprices, bravely performed by the very early risen viola class from Birmingham. Some seemed somewhat more awake than others. At least it offered an honest look at the diversity of students at a conservatory. We often see only the best students performing. These students had prepared well though, they mostly played by heart. Some of the positively noticeables included Rebecca Stubbs, Matthew Johnstone, Martha Evans en Yu Yue.

There are those who think lightly about the works of Alessandro Rolla. But this morning, our Italian hosts treated us to an authentic plea for this composer. First through a presentation from dr. Pietro Zappalà. He has created a new website about his research on Rolla, including a very advanced search engine applied to his hundreds of works for viola (and violin). Next the Irish violin/viola sisters-duo Collailm performed a Rolla Concertante with a lot of charm. And finally, Benedetta Bucci took the stage. Remember that name! She even looks like Paganini himself. Her rendition of the Rolla Viola Concerto was full of conviction and love for this Mozartesque music. The string quartet accompaniment made this concert even more intimate. The spontaneous applause from the audience echoed my feelings, this certainly struck a nerve!

Speaking of authenticity: Our Portuguese friends were next, and like always they really know how to make a musical party! A lot of ensemble pieces, mostly written on commission by Portuguese composers. In the 2nd half of the programme, the viola sextet of the APVDA accompanied a Portuguese guitar and a regular guitar. A fresh Atlantic breeze of folklore, great! It would be nice to see more performances like this at the IVC. .

We only had time to catch a part of the recital of Chiara Morandi, including the little known sonata by Granville Bantock (1868-1946) and the Bloch suite. A skillful and temperamental violist, with good accompaniment on the piano by Michela Spizzichino. Midway through the programme, however, we had to sneak out in order to witness the second street concert of our Dutch students. Unfortunately, their beautiful viola sounds at the Piazza Stradivari were partly drowned out by the garbage collection trucks.

The traditional IVS gathering of the Viola Society Section heads followed shortly after this. Various proposed changes to the IVS By-laws were discussed, and other internal matters. Most significantly for our part, we were able to present the progress of our plans to host the IVC in 2018, including written letters of intent from important partners in Rotterdam. Our fellow Viola Societies were very enthusiastic about this prospect, but the definitive go-ahead and official nomination can only take place after we present sufficient evidence of financial security in the plans.

Amidst all of this, our friends of the Portuguese Viola Society (APVDA) gave an interesting presentation about the remarkable growth of the viola community in Portugal in the past 15 years. One of the key factors in this development was an education system reform in 2008, in which the government decided to invest heavily in music education. Since then, some 5000 Portuguese children (age 12-17) are enrolled in a full time integrated music school programme every year. It is bizarre to recall that, in that same period, the Dutch government all but annihilated music education in Dutch schools.

Furthermore, Portuguese children in the beginners’ stages (6-7 years) are systematically offered a viola as first instrument, rather than first trying a violin. The results of all this cannot be ignored: The national viola day in 2013 drew some 350 participants, most of which were very young. The IVS is looking to learn from this success.

This “feel-good story” was succeeded by a rather dark-mooded recital of 20th century Polish works for viola. Compositions by Spisak, Bacewicz and Penderecki were concluded with the “Musiquette” for 3 violas, by Górecki: This piece requires very extreme scordatura‘s (all three instruments are tuned differently, including some very deep registers), with which some very unusual sounds were generated, e.g. a kind of ‘drone’ that you totally wouldn’t expect from a group of string instruments. A very good – and, yes, authentic! – performance by the three Polish violists Maliszewski, Stanislawska and Guzowska.

Bruno Giuranna next took the stage to share with us his love for Brahms. This at once explained the programming of the two quintets last night, even though in principle he was now talking about the clarinet/viola sonatas op. 120. He started out by analyzing why some aspects of the viola transcription (especially the octave shifts) at times have ab unfortunate effect. But gradually the story turned more into a sight-seeing of Giuranna’s favourite passages in these sonatas. An interesting tour, full of enthousiasm and humour. Yes indeed: This, too, was very authentic.

There was just enough time left for a dress rehearsal in the main auditorium for our important recital tomorrow. We finally had a soundcheck for Raquel’s pre-recorded electronics. And we had a chance to try the “Frayed Ribbon” quartet in a surround set-up, with the four violas stationed on the balcony and stage. Very effective! On the down side, we received the sad news that our performing Jazz soprano and composer Viola Rossi cannot make it to Cremona tomorrow for the concert, due to a painful broken rib. So we will have to scrap her piece “Thoughts of theft” from the programme.

In the evening we went to the final round of the City of Cremona Viola competition, in the San Agostino church nearby. The three finalists were (in order of appearance):

Muriel Razavi (1992, USA/Iran) – Walton concerto
Matthew Cohen (1988, USA) – Bartok concerto
Raphaël Pagnon (1992, France) – Walton concerto

All three played very well, and the jury had a difficult task. In the end, however, the jury decided not to award a 1st prize. The shared 2nd prize went to Razavi and Cohen. I could well live with that decision, but many people around me thought instead that the Frenchman was the best, referring to unequal levels of authenticity among the candidates.

So the buzzword of the day is …

#CremonaBlog Day 2: Museum

De DVS is aanwezig bij het International Viola Congress 2016 in Cremona. Hier brengen DVS-bestuursleden Kristofer Skaug en Karin Dolman dagelijks verslag.

Jump to English Translation below.

Woensdag 5 oktober 2016

De dag begon met een herderlijk zonnetje, dus weer zomerkleren aan en op pad naar onze hoofdlocatie tussen Piazza Duomo en Piazza Stradivari, voor het eerste recital van de dag: “Argentina!” – zo luidde de titel van het programma. Het eerste stuk was Fantasia Tanguera No.8. door Ezequiel Diz (1977) voor altviool en piano. De componist laat horen dat hij argentijns tangobloed heeft. Goed geluisterd naar Piazzolla met levendige percussieve effecten, en de opbouw ook hetzelfde met een A, B en C gedeelte, waarvan het B-gedeelte (Andantino) ingeleid wordt door een cadenza en een prachtige sfeer neerzet. Dit allemaal vertolkt door Silvina Alvarez op altviool en Alicia Belleville op piano.

044

Het tweede stuk was van Jorge Variego (1975) voor twee altviolen en elektronica; er werd gebruik gemaakt van echo’s van de twee altviolen live via de microfoons en geluiden op tape. Echt knap gedaan door de altviolistes Daphne Gerling en Wendy RIchman, die speelden van tablets, voetpedaal om om te slaan en zelfs een mobiel erbij (voor de timer?).
Achter de knoppen zat de componist zelf. Opeens was er ook live computergrafiek bij, maar de muziek was druk en interessant genoeg.

047

Daarna toog het congresvolk naar Museo del Violino, voor een recital met Tabea Zimmermann en haar studenten uit Berlijn. Vreemd genoeg zat dit concert niet inbegrepen in het passepartout van het Congres. Daardoor onstond grote vertraging bij de kaartverkoop. Toen we eenmaal binnen waren was alle frustratie echter snel vervlogen, want wat een prachtige concertzaal! Je waant je in het binnenste van een abstracte viool met elegante krommingen, en alles oogt naar gepolijst hout. De zaal is bovendien onder het maaiveld ingegraven, waardoor je het gevoel hebt af te dalen naar een geheime ondergrondse kamer waar iets wonderbaarlijks staat te gebeuren.

049

En dat gebeurde ook: Voorzover je kunt spreken van klassiekers als het gaat om repertoire voor altvioolkwartet, werden dezen wel allemaal gebracht: De mooie Fantasy Quartet van York Bowen, het Nachtstück van Von Weinzierl en de Marin Marais Variations van Garth Knox. Daartussen ook nog twee van de meest geliefde stukken voor altvioolduo: “Viola, Viola” van George Benjamin en het Lament van Frank Bridge. Alle uitvoeringen waren van zeldzame klasse!

062

Dupe van de grote vertraging in het museum waren vooral Anna Serova en Jutta Puchhammer, wiens interessante en mooie lezingen-recitals na (te) lang wachten voor bijna lege zalen gespeeld werden.

img_0073

Jutta Puchhammer is al jaren bezig met het opzoeken van alle opdrachtscomposities die speciaal zijn geschreven voor de eindexamens van het conservatorium van Parijs, de  “Pièces de concours“. Hierover heeft ze ook vorig jaar bij haar bezoek in Dordrecht verteld. Deze stukken waren allemaal gebonden aan regels: Het moest toonladders en arpeggios bevatten, verschillende streektechtnieken, harmonische ontwikkelingen, snelle en gedragen passages. De periode van deze manier van werken ging van 1896 tot 1938. Een noemenswaardigheid is hierbij het ontstaan van de eerste echte altvioolklas.

Jutta Puchhammer speelde zelf samen met pianiste Elise Désjardins drie van deze pièces de concours, waarvan ook een CD met de eerste 18 stukken uitgegeven is, en ook de eerste volume van de bladmuziek (uitgever: Schott).

Tegelijkertijd vond de lezing-recital van Anna Serova plaats, die ging o.a. over de altvioolsonate van Sjostakovitsj. Jammer dat we deze moesten missen! Niet alleen vanwege de lezing van Puchhammer, maar ook omdat in datzelfde uurtje ook het eerste straatconcert van de nederlandse studenten plaatsvond: Op het plein voor het museum, in stralende zon en nèt iets te veel wind, helaas. Daardoor werd letterlijk een gat geblazen in o.a. het mooie Beethoven sextet (bew. door ondergetekende voor 4 altviolen).

080Tussendoor was er ook nog een repetitie van het altvioolorkest, met oog op het slotconcert van zaterdagmiddag. Maestro Fiore had muziek van Telemann, Mendelssohn, Verdi e.a.. bewerkt en dirigeerde het geheel ook zelf. Fijn om zelf eens te mogen spelen nadat mijn oren de laatste 30 uur volcontinu de klanken van anderen hebben opgezogen.

Om 15.00 uur waren er weer twee lezingen tegelijk. Wij kozen voor de lezing van Susanne Schaal-Gotthardt, musicologe en werkzaam bij het Hindemith instituut in Frankfurt. Een mooi pleidooi voor het altviool-oeuvre van Paul Hindemith, vooral met een beetje tijdsbeeld achtergrond. Het jaar 1919 is zo’n voorbeeld, hij kwam net terug van het het gruwelijke oorlogsfront in de Elzas en Vlaanderen. Dit was wel het jaar waar Hindemith voorgoed voor de altviool koos en alleen in geval van nood de viool pakte. Hij schreef dat jaar twee sonates voor de altviool, één met piano en één solowerk. Zijn meest gespeelde werken, niet alleen door hemzelf, maar ook nu nog. En zo volgden vele voorbeelden. Kortom een lezing om nog eens te houden of zelf een boek over zijn leven te lezen.

Karin koos vervolgens voor een lezing over de Stauffer Academy in Cremona. Een opleidingsinstituut voor strijkers, vioolbouw en Musicologie. De opleiding voor strijkers is een betaalde opleiding door het instituut. Bruno Giuranna heeft een altvioolklas van 12 studenten die eens per maand voor 3 dagen naar Cremona komen voor les.
Geen examens, alleen gericht op vooruitgang. En soms heeft dat tijd nodig.

In de parallelle sessie gaf Luca Sanzò, hoofdvakdocent uit Rome, een recital met als thema 20e eeuwse muziek voor altviool en viola d’amore. Het stuk “Studi profondi” van Lucia Ronchetti (1963) bevatte een opmerkelijk deel dat voortborduurde op het treurmarsj uit het pianokwintet van Schumann, in steeds meer atonale variaties. Professore Sanzò pakte de viola d’amore op in het stuk “Solo” van Georg Friedrich Haas (1953), dat heel goed liet horen hoe anders zo’n instrument is. Daarin zat ook de “trick play of the day“, een rechterhands-pizz tussen stok en kam, terwijl tijdelijk werd doorgestreken met de linkerarm! Tot besluit een geslaagde renditie van het welbekende op. 25 no.1 van Hindemith (op gewone alt). Mooie toon, en soms onorthodoxe keuzes in tempo en frasering waardoor je op het puntje van de stoel bleef zitten.

087

Ook na dit recital bleef ik op mijn stoel zitten, want daar kwam Michael Kugel binnenlopen voor een masterclass. Twee studenten uit Birmingham hadden zich hiervoor opgegeven. De ene speelde het “Allegro molto appassionato” van Frank Bridge, en miste aanvankelijk beide voornemens van de componist. Na enig inpraten van de maestro lukte het wel om een best vurige vibrato op te wekken, op zich geen slecht rendement voor een klein halfuurtje. Door naar de volgende student, die een stuk van Reger heel muzikaal vertolkte. Hier hield Kugel een uitgebreid verhaal over muzikale taal en grammatica. Er werd geoefend op frasering.

089

Het avondconcert was weer in het mooie auditorium van het vioolmuseum (waar we vanochtend naar Tabea luisterden). Vanochtend was het nog zonnig en warm, maar nu was het weer plotseling omgeslagen en regende het huisdieren (gisteren was nog dierendag…). Koud was het ook.

Muzikale gastheer van deze avond was niemand minder dan Bruno Giuranna. Het was tijd voor Brahms, heel veel Brahms: Zijn beide strijkkwintetten, om precies te zijn. Hiervoor had hij een viertal goede jonge musici bij elkaar gebracht, waaronder Maria Kropotkina, die onlangs in Maastricht bij Kugel is afgestudeerd en sinds september bij Mikhail Zemtsov zit in Den Haag. Tussendoor gaat ze naar voornoemde Stauffer Academy in Cremona om bijles te krijgen bij Giuranna. .

Wat te zeggen over twee Brahmskwintetten op één avond: Karin en ik verschilden van mening. Karin vond het vooral fijn om eens een avond helemaal in de warme klanken van Brahms gedompeld te worden. Er werd met verve gemusiceerd, en dan merk je je vermoeidheid niet meer. Ik vind Brahms natuurlijk ook fijn, maar zijn kwintetten vind ik elk op zichzelf al zware kost, en achter elkaar geplaatst wordt het een marathon. Zo zie je volgens mij ook nooit zijn beide sextetten samen op één avond. En dan nog laat beginnen en doorspelen zonder pauze. Het is indrukwekkend Giuranna dat nog volhoudt, met zijn 83 jaar. Wie ben ik dan, een ruime generatie jonger, om te klagen over vermoeidheid?

092

Highlights voor morgen:
Ettore Causa recital, een lezing/recital van Giuranna en natuurlijk morgenavond met orkest de finale van het concours.

Karin Dolman en Kristofer Skaug

English Translation:

Wednesday, October 5th 2016

The day started out sunny and warm, so with summer clothes on we make our way to the main congress locatino between Piazza Duomo and Piazza Stradivari. The first recital of the day: “Argentina!” The first piece was Fantasia Tanguera No.8. by Ezequiel Diz (1977) for viola and piano. The composer shows that he has Argentine tango blood. He has listened carefully to Piazzolla, with lively percussive effects and an A-B-C structure, in which the B-part (Andantino), introduced by a cadenza, portrays a wonderful atmosphere. This was performed by Silvina Alvarez (viola) and Alicia Belleville (piano).

The second piece was by Jorge Variego (1975), for two violas and electronics; use was made of echoes of the two violas, live through the microphone and sounds on tape. Very well done by the violists Daphne Gerling and Wendy RIchman, who played from tablets (using a pedal to turn pages) and even a mobile phone (for the timer?). The composer himself managed the electronics. There was also some live computer graphics involved, but that seemed to distract from the music, which was interesting enough in itself.

After this, the Congress crowd set off to the Museo del Violino for a recital by Tabea Zimmermann and her students from Berlin. Oddly enough, this concert was not included in the congress fee, so a big delay was incurred in the ticket office. But once inside, we quickly forgot this frustration: what a beautiful concert hall! You find yourself inside an abstracted violin with elegant curves, and all surfaces are shiny polished wood. The hall is built somewhat below ground level, so you get the feeling that you are descending into a secret underground chamber where miraculous things are about to transpire.

And so they did: Insofar as one can speak of “classics” in the context of repertoire for viola quartet, this programme had them all: The beautiful Fantasy Quartet by York Bowen, the Nachtstück by Von Weinzierl and the Marin Marais Variations by Garth Knox. In between we also got two of the most popular pieces for viola duo: “Viola, Viola” by George Benjamin and the Lament by Frank Bridge. All performances were of exceptional quality!

The big delay at the museum sadly impacted the lecture-recitals of Anna Serova and Jutta Puchhammer, which could only start after a (too) long wait, and in the end did not get the audience size they deserved.

Jutta Puchhammer has been busy for some time with the research on the “Pièces de concours“, written for the final exams at the conservatory in Paris. These pieces had to conform to various rules: They must have scales and arpeggios in them, different bowing techniques, harmonic developments, fast and calm passages. The era of this way of working laster from 1896 to 1938. Mentionable fact is the origin of the first-ever true viola class in this context. Jutta Pucchhammer played three of these pieces herself, with pianist Elise Désjardins. The first 18 pieces have been recorded on CD, and the first volume of the sheet music has been published (Schott).

In parallel with this, Anna Serova’s lecture-recital treated the Shostakovich viola sonata. It’s a pity that we had to miss this! Not only because of the Puchhammer lecture, but also due to the fact that the Dutch students were giving their first street concert in that same time slot, on the square in front of the museum. The weather was still warm and sunny, but there was also just a bit too much wind at times. Music stands kept falling over.

We also rehearsed with the viola orchestra, for the final concert on Saturday afternoon. Maestro Fiore had arranged music by Telemann, Mendelssohn, Verdi and others, and he conducted it himself. It was nice to play something myself for a change, after having continuously absorbed the sounds of others for the past 30 hours.

At 3 p.m. once again there were two simultaneous events. We chose the lecture by Susanne Schaal-Gotthardt, musicologist working at teh Hindemith Institute in Frankfurt. She advocated the viola oeuvre of Hindemith, giving also historical background information. In 1919 for example, he had just returned from the horrors of the front in Elzas and Flanders. This was the year that Hindemith definitively chose the viola as his instrument. He wrote two viola sonatas that year, and these both remain his most-played viola works to this day. More great examples were given, this lecture could well bear repeating.

Karin next chose a lecture about the Stauffer Academy in Cremona: An institute of education for string players, luthiers and musicologists. The string students receive a  scholarship from the Institute. Bruno Giuranna’s viola class there counts 12 students who come to Cremona once per month for lessons. No exams, just aiming at progress, even if that sometimes takes more time.

The parallel session was hosted by Luca Sanzò, viola professor from Rome. His recital focused on 20th century music for viola and viola d’amore. The piece “Studi profondi” by Lucia Ronchetti (1963) included a remarkable movement which elaborated on the funereal march from Schumann’s piano quintet, with ever increasing atonality. Prof. Sanzò picked up his viola d’amore for the piece “Solo” by Georg Friedrich Haas (1953), which very effectively illustrated how different this instrument is. In this piece we also were witness to the “trick play of the day“, a right-hand-pizz between the bow and the bridge, while the left hand / arm was temporarily taking over the bowing! The programme wrapped up with a very good rendition of Hindemith’s well-known op. 25 no.1 (with a regular viola). Nice quality of tone (except in the 4th mvt, as expected). Some unorthodox choices in tempo and phrasing kept us hanging on the edge of our seats.

Even after this recital I decided to stay in my seat, because along came Michael Kugel for a masterclass. Two students from Birmingham had been selected for this. The first student played “Allegro molto appassionato” by Frank Bridge, but initially failed to accomplish either of the composer’s written intentions. After some mental coaching by Kugel, the student succeeded in the production of a fiery vibrato. The next student played some Reger, very musical. This was nevertheless reason for Kugel to deliver a speech about musical language and grammar. Phrasing questions were examined further.

The evening concert was again in the beautiful auditorium of the Violin Museum (where we listened to Tabea this morning). The weather had suddenly changed, it was raining domestic animals, and it also became quite chilly.

Our musical host this evening was Bruno Giuranna himself. And it was time for Brahms, a lot of Brahms. Both of his string quintets, to be exact. For this purpose, Giuranna had brought to gether a foursome of excellent young musiciants – among them Maria Kropotkina, who recently graduated in Maastricht with Kugel, and currently studies with Mikhail Zemtsov in The Hague. She also attends the above-mentioned Stauffer Academy in Cremona, for extra lessons with Giuranna. .

But what should we say about two Brahms quintets in one evening? Karin and I held different opinions about this. In Karin’s view, it was good to be able to submerge in warm Brahms for a whole evening. She found that the musicians’ energetic performance helped forget one’s own fatigue.

I like Brahms as much as the next guy (and probably a lot more!), but I think his string quintets are quite heavy each by themselves. Same with his famous sextets, they are rarely ever performed back-to-back. Add to this a late starting time and the absence of a proper intermission … it is in fact impressive that Giuranna himself keeps this up, being 83 years of age. So who are we, to complain of tiredness?

Highlights for tomorrow:
A recital by Ettore Causa, a lecture-recital by Giuranna, and of course the competition final tomorrow night!

Karin Dolman and Kristofer Skaug

#CremonaBlog Day 1: Opening

De DVS is aanwezig bij het International Viola Congress 2016 in Cremona. Hier brengen DVS-bestuursleden Kristofer Skaug en Karin Dolman dagelijks verslag.

Jump to English Translation below.

Dinsdag 4 oktober 2016

005

We werden ontvangen bij de Camera di Commercio di Cremona (Kamer van koophandel), die op de hoek van de mooie Piazza Duomo (domplein) ligt. Dit is de hoofdlocatie van het congres, met drie mooie zalen voor concerten en lezingen, en een aantal foyers waar de vioolbouwers van de stad trots hun werk tonen.

Bij de receptie kregen we een goodie bag, maar dan zonder tas! Dus je moest een heleboel zaken opeens jongleren; naast het uitgebreide programmaboekje o.a. een dubbel-CD met

004

prachtige oude opnames van (met name) Italiaanse componisten en/of altviolisten; een gratis set Kaplan-snaren naar keuze, en een hele bos stickers, folders en flyers.

Geïnspireerd door het rijkgevulde programmaboekje liet ik me (ver)leiden tot een bezoekje aan hetTeatro Filodrammatico, alwaar een aan het congres verbonden

011

internationaal altvioolconcours in zijn voorlaatste ronde loopt. Ik mocht even binnensluipen, en maakte nog net het halve-finale-optreden van Muriël Razavi mee. Mooi gebrachte solosonates van Ligeti en Bach, plus het Konzertstück van Enescu!

 

020

 

Hierna was de officiële opening van het IVC 2016 aan de beurt. Na welkomstwoorden van onze gastvrouw Dorotea Vismara (voorzitter van het congres en van de AIV – de italiaanse Viola Society), kwamen aan het woord de burgemeester van Cremona, de voorzitter van Kamer van Koophandel en (bij verstek) een voorgelezen brief van de minister van Cultuur.  Eregast en tevens nestor van de italiaanse altvioolwereld Bruno Giuranna sloot het rijtje af met een paar goedgeplaatste woorden.

Direct hierop volgde het openingsrecital van het congres, met als titel “Bel Canto and Viola”. We kregen voorgeschoteld opera-arias van o.a. Donizetti, Rossini, Mozart en Leoncavallo. Een beetje veel van hetzelfde, wel virtuoos gespeeld en met een mooie toon.

Afgevaardigde Dwight Pounds van de American Viola Society gaf een lezing over David Dalton en William Primrose, hierin waren een aantal zeldzame filmpjes van Primrose te zien, waaronder een uitgebreid interview. Er werd ook uitleg gegeven over de totstandkoming van de Primrose International Viola Archive (PIVA), een grote verzameling van historische altviool-gerelateerde foto’s, boeken, bladmuziek, films en opnames die zich nu bevindt bij de Brigham Young University in Utah. Dit riep bij mij onmiddellijk de vraag op, hoe deze cultuurschat in verbinding kan worden gebracht met altviolisten wereldwijd en de diverse initiatieven in andere landen om de altvioolcultuur en -geschiedenis te registreren. Wordt vervolgd!

Intussen was ook Karin (Dolman) aangekomen in Cremona, net op tijd voor de masterclass van Tabea Zimmermann. We zagen twee kandidaten, beiden uit Italië. Toch een beetje jammer dat de congresorganisatie niet meer heeft gedaan om buitenlandse studenten te lokken voor de masterclasses. De masterclass van Tabea was zeer inspirerend. Ze pakte feilloos de punten eruit waar aan gewerkt kon worden, zonder negatief te zijn, zelfs opbouwend. Met veel geduld werkte ze met de twee studenten.

007Vlak na de masterclass was de beurt aan Alfonso Ghedin met een discussie over intonatie en set-up van je instrument. Wat heeft dat met elkaar te maken? Volgens de aan het woord zijnde vioolbouwer uit Cremona krijg je onnodige intonatieproblemen wanneer je instrument niet goed is afgesteld. In de vreselijke gevallen die hij laat zien is dat dan ook heel aannemelijk. Toetsen waarvan de snaren 2 millimeter ingesleten waren; en een soort wasbordeffect van een violist die duidelijk alleen nog de hoge tweede vinger had leren spelen, te korte stapels waar een stukje aangeplakt was (lijkt nog meer werk dan een nieuwe stapel snijden, wat dat betreft wel petje af!).

Vervolgens liet een studente drie voorbeelden horen van instrumenten die in wisselende mate goede intonatie uit zich zelf hebben. De demonstratie is echter niet echt overtuigend, want het meisje doet het eigenlijk heel goed op alle drie instrumenten.

Na het eten wachtte ons nog een spectaculair avondconcert, met orkest. De eerste artiest (in de hoedanigheid van jeugd-eregast van het Congres) was onze eigen Dana Zemtsov, die met orkest de Romanze van Bruch mocht spelen. En wat deed ze het goed! Mooie toon en een lust voor het oog. Ze speelde inspirerend, als een doorgewinterde soliste.024

Daarna kregen we het celloconcert van Schumann, in een bewerking voor altviool. Ik wist nog niet dat die bestond. en benieuwd waren we natuurlijk. De uitvoering van Ettore Causa was charmant. Met grote virtuositeit en bravoure leidde hij ons door dit concert. Een groot applaus kreeg hij dan ook als dank.

033Maestro Michael Kugel mocht vervolgens zijn slag slaan met de door hemzelf bewerkte vioolvariaties “Carnavale di Venezia” van Paganini. De kenners beweerden dat hij alle 24 variaties heeft gespeeld, een ongewone prestatie! Kugel stond bijna onbewogen, vooral links, maar rechts liet hij zien waarom hij terecht maestro genoemd mag worden.

img_0062Na een klein changement was de beurt aan Tabea Zimmermann, die de “Naturale” voor altviool, slagwerk en stem op tape van Luciano Berio vertolkte. Tot aan haar optreden zat ze nog gewoon in de zaal, ging even naar achteren om zich om te kleden en haar instrument te stemmen…  en dan zo’n geweldige vertolking van dit werk!  Het ziet er ook Naturale uit, en het klinkt Naturale. Het is moeilijk te vergelijken met de stukken met orkest, maar het leek wel alsof haar altviool 10 keer zo groot is als de rest. Heel Cremona kon meegenieten. En goed gekozen dit stuk met de italiaanse volkszangstem (of is het Sardijns?).

img_0064

Your intrepid reporters in Cremona!

Verwachte highlights morgen: Recital Tabea Zimmermann met haar studenten, recital Jutta Puchhammer (die de reiskosten voor onze studenten heeft gesponsord), en natuurlijk het eerste straatconcert van juist die studenten: Ursula, Kardelen, Oksana en Raquel!

Kristofer Skaug en Karin Dolman

 

English Translation:

Tuesday, October 4th 2016

We were received at the Chamber of Commerce, at a corner of the beautiful Piazza Duomo. This is the principal location of the IVC 2016, housing three nice auditoriums for concerts and lectures, and extra foyer space for luthiers’ exhibitions.

We were given a goodie bag, but without the bag! So you suddenly had to juggle a lot of stuff, next to the extensive congress programme booklet we also received a double CD with beautiful old recordings of (mostly) Italian composers and violists; a free set of Kaplan strings, and a whole bunch of promotional stickers, folders and flyers.

Inspired by the richly populated programme guide, I decided to visit the nearby Teatro Filodrammatico, where the International Viola Competition (liaised to the Congress) was unfolding in its semifinal round. I was allowed to sneak in, just in time for the performance of Muriël Razavi. She brought very good renditions of the Ligeti solo sonata, a Bach partita and the Enescu Concert Piece.

Next up was the official Opening Ceremony of the IVC 2016. After welcoming words from our hostess Dorotea Vismara (also president of the Italian Viola Society AIV), we had speeches by the Mayor of Cremona, the President of the Chamber of Commerce, and a letter from the minister of Culture. The ceremony was concluded with some well put remarks by honorary guest mr. Bruno Giuranna.

The Ceremony was followed by the first recital of the congress, with the title “Bel Canto and Viola”. We were treated to operatic arias by Donizetti, Rossini, Mozart and Leoncavallo. To our taste this programme offered too little variety, but it was played with appropriate virtuosity and a pleasant tone.

Next, the American delegate Dwitght Pounds gave a lecture about David Dalton and William Primrose; a number of rare films of Primrose were shown, including an extensive interview. Mr. Pounds also described the establishment of the Primrose International Viola Archive (PIVA), a large collection of historical viola-related pictures, books, sheet music, films and recordings, which is currently housed at the Brigham Young University in Utah. It made me wonder how this cultural treasure could be made more accessible to violists around the world, and how it could be connected to the efforts in other countries to record local viola culture and history. To be continued!

In the meantime, also Karin (Dolman, DVS President) has arrived in Cremona – just in time for the Masterclass by Tabea Zimmermann. We were presented with two students, both from Italy. We note that these masterclass opportunities were not particularly well advertised to the participating students from abroad. The teaching of Tabea Zimmermann is very inspiring. She always spots the issues that the student needs to work on, but without too much negativity, instead patiently and encouraging.

After the masterclass, mr. Alfonso Ghedin leads a discussion/workshop investigating the relationship between intonation and instrument set-up: fingerboard profile, string height, bridge profile, sound post placement and tailpiece length. And so what is this relationship? According to the co-presenting luthier from Cremona, sub-optimal setup invariably leads to unnecessary intonation challenges/problems. In the quite awful examples shown (photographs), this sounds very plausible. Fingerboards in which two millimetre gouges have been worn-in by the strings. A washboard effect caused by a violist who clearly never  learned to find the “low 2nd finger” position; too-short sound posts which had been elongated by gluing-on an extension segment.

Next a student demonstrates the effects of bad and good set-up by playing three different violas. This demonstration is however not very convincing, because the girl clearly manages quite well on all three instruments.

After dinner, the official Opening Concert awaited us, with orchestra!

The first artist of the evening was “our own” Dana Zemtsov. She played the Bruch Romanze admirably well. A beautiful tone, and a pleasant countenance. Her playing was very inspiring, and she exhibited a lot of maturity and experience on stage.

Next up was a Schumann cello concerto, transcribed for the viola. Who knew it existed?
Mr. Ettore Causa’s performance was very charming, with great virtuosity and bravura. The extensive applause was well-deserved.

After this it was Maestro Michael Kugel’s turn to present his own viola elaborations on Paganini’s violin variations “Carnavale di Venezia”. The conoisseurs reported that he had played all 24 variations, an unusual feat! Kugel stood unperturbed in all the virtuosics, especially with his left hand. But his right arm clearly showed by we may call him a true Maestro.

After a short intermission, Tabea Zimmermann took the stage with the “Naturale” for viola, percussion and recorded voice by Luciano Berio. What an interpretation it was! It even looks and sounds Naturale, what she does. It is of course difficult to compare the sound levels directly with the orchestra pieces earlier on, but her viola sounded ten times bigger than any other instrument. The Berio piece was a good choice in itself, with the Italian folksong voice (or was it Sardinian?).

Some of the highlights expected tomorrow: Recitals of Tabea Zimmermann with her students, as well as a recital with Jutta Puchhammer (who kindly subsidized our students’  travel costs). And of course the first (out of two) street concert performance(s) of “our” students: Ursula, Kardelen, Oksana and Raquel!

Kristofer Skaug and Karin Dolman