door Kristofer G. Skaug
De russische altviolist Mikhail Zemtsov is aan de oevers van de Volga geboren. Als jong talent werd hij aangenomen bij het Tsjaikovsky conservatorium in Moskou. De muziek bracht hem de hele wereld rond, via Mexico en Noorwegen uiteindelijk naar Nederland, waar hij in de leer ging bij Michael Kugel. Samen met zijn vrouw Julia Dinerstein heeft hij zich diep genesteld in de nederlandse altvioolwereld, en ook hun dochter Dana timmert al een tijdje aan de weg als professionele altvioliste. Mikhail heeft ruim 13 jaar als solo-altist bij het Residentie Orkest gewerkt, een loopbaan die hij dit weekend afsluit met twee uitvoeringen van het Altvioolconcert van Bartok in de Dr. Anton Philipszaal. De DVS sprak Mikhail bij deze mijlpaal in zijn carrière.
DVS: Ondanks je oer-russische achtergrond heb je het grootste deel van je carriere buiten Rusland gewoond en gewerkt. Hoe begon die reis?
Ik ontmoette mijn vrouw Julia bij het conservatorium in Moskou. Op een gegeven moment wilden haar ouders met twee jongere broers naar Mexico verhuizen, en Julia en ik kwamen mee om ze te helpen zich daar te vestigen. Daar bood zich opeens de kans op een baan bij het Nationaal Orkest van Mexico in Mexico City. Ik kon via-via snel een altviool lenen om auditie te doen, en kreeg gelukkig de baan. We hebben in Mexico echt fantastische jaren doorgebracht, daar zijn ook onze kinderen geboren. Maar op een gegeven moment kregen we het gevoel dat we nog veel meer wilden leren, en de kansen voor professionele groei in Mexico bleken te beperkt te zijn. We zochten de weg terug naar Europa.
De eerste kans kregen wij bij het Stavanger Symfonieorkest (Noorwegen). Cultureel gezien is dat ook een wel erg ‘rustige’ plek, maar dat was op zich niet slecht, want we konden zo meer aandacht besteden aan onze jonge kinderen, en zo was er tenminste ook genoeg tijd om goed te studeren!
DVS: Hoe kwam je bij Michael Kugel terecht, en wat heb je bij hem geleerd?
Ik ontmoette Kugel voor het eerst bij het L. Tertis Concours in Isle of Man, daar zat hij in de jury. Hij moedigde mij aan om meer aandacht te besteden aan mijn ontwikkeling. Enkele jaren later heb ik dat advies opgevolgd, en heb ik me ingeschreven bij het conservatorium in Gent om bij hem les te nemen.
Ik heb ongelofelijk veel van die man geleerd, over houding, handen, techniek, muziek. Hij is een fantastische musicus, componist, dirigent, heel geleerd. Hij zoekt alles tot de bodem uit, over het stuk en de componist. En hij is zelf ook altijd in beweging. Als je na een half jaar terugkomt dan kan er opeens van alles veranderen aan een stuk dat je eerder al ingestudeerd had.
In het begin kon ik op en neer reizen vanuit Stavanger, maar dat was op den duur toch niet vol te houden. Van Kugel heb ik over het Residentie Orkest gehoord, volgens hem behoort dit orkest tot de wereldtop. Dus toen de aanvoerder van de altviolen Andrew Sparrow mij belde met het voorstel om een week te komen aanvoeren, was ik meteen geinteresseerd. Toevallig vond de officiële auditie voor de aanvoerdersplek in de daarop volgende week al plaats. Ik was heel blij met die baan. Zo kon ik ook bij Kugel verder studeren in Maastricht.
DVS: Welke bijzondere hoogtepunten zou je willen noemen uit je tijd bij het Residentie Orkest?
Er zijn heel veel mooie herinneringen. In 2001, ik was pas net aangenomen, gingen we op een groot tournee met Jaap van Zweden, o.a. naar Zuid-Amerika. En tournees in Europa, met concerten in mooie zalen, in Wenen (Musikverein), Budapest enzovoort .
De tijdperk met Neeme Järvi als chefdirigent was heel bijzonder, van hem heb ik heel veel geleerd. We hebben met Järvi o.a. de 7e symfonie van Mahler opgenomen op CD, waarvoor we de “Toblacher Komponierhäuschen” prijs kregen, een speciale Mahler-prijs. Ik koester ook de solo-optredens die ik met het orkest mocht spelen, o.a. het dubbelconcert van Britten, Harold en Italie van Berlioz en het Rhapsodie-Concerto van Martinu.
DVS: Je verlaat nu dus het Residentie Orkest en gaat op kamermuzikaal avontuur met het Utrecht String Quartet. Is dat iets dat je al heel lang had willen doen, een strijkkwartet?
Ja, ik had er altijd van gedroomd om in een goed strijkkwartet te mogen spelen! Ik heb in het verleden vaker auditie gedaan bij diverse kwartetten, maar op een of andere manier wilde dat alsmaar niet lukken. Bij het USQ gebeurde het allemaal heel natuurlijk: eerst hebben we een aantal keer kwintetten (met twee altviolen) gespeeld, daarna ben ik een paar keer ingesprongen als vervanger voor Joël Waterman. Op een dag vroegen de collega’s of ik met het kwartet op een fotoshoot wilde verschijnen. Toen pas vertelden ze mij ook dat Joël het kwartet had verlaten en dat ze mij als vaste altviolist wilden.
DVS: De meeste kwartetten beginnen al jong samen, je bent relatief laat ingestapt.
Inderdaad, ze zijn al 30 jaar bezig! Het is een hele eer om zulke goede altviolisten op te mogen volgen: Daniel Raiskin, Sven-Arne Tepl, Asdis Valdimarsdóttir en Joël Waterman.
DVS: En dan het Zemtsov Altvioolkwartet. Was dat jouw idee?
Nee, het was eigenlijk Kugel, die was gecharmeerd van het idee van een familie-ensemble. Met mijn broer Alexander, mijn vrouw Julia en dochter Dana samen spelen is iets bijzonders. Maar het heeft eerst vele jaren in de lucht gehangen zonder concrete vormen te nemen. In 2010 werden we uitgenodigd bij het Grachtenfestival in de kruizing van twee concertseries: “bijzondere ensembles” en “muziekfamilies”. Toen moesten we nog repertoire uitzoeken en iets instuderen. Hiermee is het kwartet dus gevormd.
Als spin-off van onze familie-ensemble is de Zemtsov Stichting ontstaan, waarmee we bijvoorbeeld masterclasses organiseren. Zo geven we eind april een intensieve 5-daagse cursus in Heemstede voor jonge altviooltalenten.
Een ander belangrijk doel van onze stichting is om getalenteerde (altviool)studenten uit arme landen (bijvoorbeeld Colombia of Oekraïne) een kans te geven om hier in Nederland te studeren. Op 28 maart om 20:00 organiseren we een benefietconcert in het Conservatorium van Utrecht, waarbij de wereldberoemde dirigent Lev Markiz het Kamerorkest van het Conservatorium zal leiden.
Mikhail is morgenmiddag 8 maart nog te horen in het altvioolconcert van Bartok, met het Residentie Orkest in de Anton Philipszaal te Den Haag.
English translation:
Russian-born violist Mikhail Zemtsov enrolled as young talent at the Tchaikovsky Conservatory in Moscow. He since travelled the world, ending up in The Netherlands, where he served apprenticeship with Michael Kugel. Together with his wife Julia Dinerstein, he has entrenched himself deeply in the Dutch viola community, and now also their daughter Dana Zemtsov is building a career as a violist. For more than 13 years, Mikhail has served as the solo violist of The Hague Philharmonic Orchestra (Residentie Orkest), and this weekend the milestone of his departure from this job is honoured by two solo performances of Bartok’s viola concerto.
DVS: In spite of your very Russian background, you spent most of your career outside of Russia. How did this journey begin?
I met my wife Julia at the conservatory in Moscow. At a certain point her parents and two younger brothers wanted to move to Mexico, and Julia and I came along to help them get settled. Unexpectedly there was a job opportunity in the National Orchestra of Mexico, in Mexico City. I was able to borrow a viola to do the audition, and was fortunate to get the job. We had a fantastic time in Mexico, where our children were born. But after a while we had the feeling that we wanted to learn more, and the opportunities for professional growth in Mexico were too limited. So we sought our way back to Europe.
We had an opportunity to work at the Stavanger Symphony orchestra (Norway). Culturally speaking that was still a quite ‘peaceful’ place, which wasn’t all bad, as we had young children at the time, in need of our attention. And there was certainly always enough time to get some decent practicing done!
DVS: How did you end up with Michael Kugel, and what did you learn from him?
I first met Kugel at the L. Tertis Concours on the Isle of Man, where he sat on the jury. He encouraged me to pay more attention to my own development. A few years later I was able to act on that advice, and I enrolled at the conservatory of Gent (Belgium) to study with him.
I learnt incredibly much from that man, about posture, hands, technique, music. He is an amazing musician, composer, conductor, very learned. He researches everything in minute detail, about the piece and the composer. And he himself is always developing, too. If you return to him with a previously studied piece, half a year later he can have completely new insights.
In the beginning I tried to travel back and forth from Stavanger, but that couldn’t be sustained for long. Kugel first told me about the Hague Philharmonic, according to him a world class orchestra. So when the (then-) principal violist Andrew Sparrow called to invite me for a week of trying out, I was immediately interested. Coincindentally, the official auditions for the principal job took place the next week after that. I was very happy to get this job. This way I could also continue my studies with Kugel, in Maastricht.
DVS: Which special highlights would you mention, from your time in this orchestra?
There are so many good memories. In 2001 for example, I had only just started, we went on an extensive tour with Jaap van Zweden, to South America. There were also tours in Europe with concerts in beautiful halls, Vienna (Musikverein), Budapest and so on.
The period with Neeme Järvi as chief conductor was very special, I learned a lot from him. With Järvi we recorded Mahler’s 7th Symphony, for which we were awarded the “Toblacher Komponierhäuschen” prize, a special Mahler-prize. I also cherish the various solo performances that I made with the orchestra, for example the Britten Double Concerto, Harold in Italy by Berlioz and the Rhapsody-Concerto by Martinu.
DVS: So now you leave your orchestra job to go on a musical adventure with the Utrecht String Quartet. Is the string quartet something you always wanted to do?
Yes, I had always dreamt of playing in a good quartet! In the past I have auditioned several times for quartet jobs, but somehow was never selected. At the USQ, it came very naturally. We started out playing some viola quintets. After that, I substituted for the violist Joël Waterman for a few concerts. Then one day I was asked to come to a photo shoot with the quartet. Only then did they tell me that Joël had left the quartet, and that they wanted me as their new violist.
DVS: Most quartets start out at young age together. You’re coming in relatively late.
Indeed, they’ve been at it for 30 years already! It is a great honor to be the successor of so many great violists: Daniel Raiskin, Sven-Arne Tepl, Asdis Valdimarsdóttir and Joël Waterman.
DVS: And then there is the Zemtsov Viola Quartet. Was that your idea?
No, that was actually Kugel’s idea, he was charmed by the idea of a true family ensemble. Being able to play together with my brother Alexander, my wife Julia and my daughter Dana is something very special. But it was just an idea for many years. In 2010 we were invited to the Grachtenfestival (in Amsterdam) at the junction of two concert series, ‘unusual ensembles’ and ‘musical families’. So we had to pick a programme and start rehearsing. Thus the quartet actually took form.
As a spin-off from our family ensemble, the Zemtsov Foundation was created. This foundation organizes masterclasses, such as our 5-day intensive course next month in Heemstede, for young viola talents.
Another important goal of our foundation is to help talented students from poor countries (for example Colombia or Ukraine) to come to the Netherlands for their studies. On March 28th, we organise a fundraising concert in the Utrecht Conservatory, where the Conservatory Chamber Orchestra is conducted by the world famous Lev Markiz.
Mikhail can be heard tomorrow afternoon (March 8th) as soloist in the Bartok Viola Concerto, in the Anton Philipszaal in The Hague.