Concertgebouw, 18/5/2014
Het is spijtig voor het kammerorchesterbasel (sic – kennelijk een taalkundige ondeugd verzonnen door een marketingmannetje in die brave zwitserse stad), maar ik was toch echt deze zondagochtend naar Amsterdam afgereisd voor de solisten – de jonge supervioliste Vilde Frang gekoppeld aan de geprezen duitse altist Nils Mönkemeyer in de Sinfonia Concertante, KV 364 van Mozart.
Het eerste deel begint als een soort samenvatting van alle bekende Mozart-vioolconcerten, met een uitgebreide introductie door het orkest, en thematische initiatieven die door de violist(e) worden geserveerd met veel brille. Maar dan, maar dan, die altviool. Hij retourneert de melodische voorzetjes met zijn ronde diepe stem, als een oude verkleurde spiegel met kleine deukjes, de lichtstralen van de viool komen terug als pure warmte met kleine werveltjes humor.
Het buitengewoon dialogische karakter van dit dubbelconcert krijgt nog meer gestalte door de innemende vrouwelijkheid achter de vioolstem, en de complementaire (in dit geval mannelijke) karakter van de altviool (we voegen haastig toe dat hij echter wel steeds een gentleman blijft!). Ik denk onwillekeurig terug aan eerder beluisterde of bekeken opnames met Heifetz en Primrose, Vengerov en Bashmet, allemaal fantastische musici. Maar de gedachte dat ze elkaar het hof zouden maken met deze muziek gaat wel wringen.
Op een zonovergoten lentedag komt deze Mozart direct over als een remix van het liefdesduetje tussen Papagena en Papageno. Net als die toertelduifjes raken de stemmen verstrengeld in elkaar tijdens de cadenza’s, die voor de zekerheid door Mozart zelf zijn uitgeschreven. Ik ben wel benieuwd hoe deze solisten er met een gezamenlijke improvisatie waren uitgekomen – dat durf zou ik graag eens op het podium willen zien!
Om bij de opera-beeldspraak te blijven: Het Andante (2e deel) is een tweestemmige aria vol warme weemoed. Er wordt met veel gevoel gezongen, wederom in dialoog. Het is een hemelse muziek die we in onze tijd hard nodig hebben, niet om de problemen van de wereld te ontvluchten, maar om hoop te houden.
De afsluitende Rondo is wat minder diepgaand, maar geeft ons een frisse douche om te ontwaken, na de mooie droom van het 2e deel. Je merkt ook wel dat de solisten naar elkaar toe zijn gegroeid, kleine lachjes en knipoogjes schieten heen en weer, de laatste restjes schroom worden opzij gezet. Na het slotakkoord omhelzen de solisten elkaar spontaan, uit pure vreugde.
De geroemde akoestiek van deze zaal stond onwaarschijnlijk zachte pianissimo‘s toe, zowel in de begeleiding als in de solo-cadenzas. Opvallend was ook de hele malse en tegelijk onbreekbare altvioolklank van het relatief piepjonge instrument, dat in München door Peter Erben vervaardigd is.
Na de zegerijke aftocht van de Mozart-solisten heeft het orkest nog een hele mooie uitvoering van de Strijkerserenade van Tchaikovsky gegeven. Na zo’n sprankelende Mozart viel het wel enigzins zwaar om in het gepijnigde gevoelsleven van deze rus te duiken, ook al is deze serenade wel een van zijn minder duistere stukken.
Benieuwd? Oordeel zelf! De audio-opname kun je nog even hier terugluisteren. En voor wie Vilde Frang nog graag live wil bewonderen, is er goed nieuws: ze komt in juni naar het Internationaal Kamermuziekfestival Utrecht van Janine Jansen, en de maand daarop treedt ze op bij de Delft Chamber Music Festival van Liza Ferschtman.
23/05/2014: Het concert staat nu ook op YouTube, opgenomen door de AVRO.
Kristofer Skaug, DVS