door Kristofer G. Skaug, DVS redactie
Redactionele opmerking: Recensies worden op persoonlijke titel gepubliceerd, en vertegenwoordigen derhalve geen officiëel standpunt van de DVS.
Als het voor het eerst gebeurt (zoals in 2013) is het nog uniek. De tweede keer (2015) kan sprake zijn van ‘wegens succes verlengd’. Maar dit jaar wordt het Britten Altvioolconcours alweer voor de derde keer gehouden, en kunnen we met recht spreken van een traditie: Die zondag, medio maart, waar jong altvioolspelend Nederland op pad gaat naar Zwolle. Er zijn in totaal 11 deelnemers, waarvan acht leerlingen van Julia Dinerstein en twee van Karin Dolman (laten we wel hopen dat in toekomstige edities ook andere altviooldocenten hun jonge leerlingen gaan aanmoedingen om mee te doen!).
In de jongste categorie (10-14 jaar) zijn er vier kandidaten dit jaar. Het verplichte werk is de mooie Prelude uit de suite voor altviool en orkest van Vaughan Williams.
De allereerste kandidate van de dag is Silke Veldman (14, Zwolle). Haar Prelude is keurig uitgevoerd, maar mist een beetje kleur. Daarna speelt ze een stuk uit 5 Old French Dances van Marin Marais, heel leuk gedaan.
Vervolgens speelt Stepan Prikazchikov (14, Den Haag). Hij is pas sinds kort overgestapt op altviool, en het bevalt hem duidelijk heel goed. Zijn uitvoering van Vaughan Williams zit vol belofte, en we leren snel om door de iets rafelige randjes heen te luisteren. Als keuzestuk speelt hij deel 3 uit de Sonatine van Berthold Hummel – een levendig dansje met prikkelende 7/4 rytmes, goed gedaan.
De derde kandidate is Sunniva Skaug (13, Delft), dochter van schrijver dezes en de jongste deelnemer bij deze editie van het concours.
Ze speelt haar hele programma uit het hoofd, en verwerft hiermee vrijheid om extra aandacht te besteden aan klank en frasering. Als keuzestuk speelt ze het 3e deel van het Zelter-concert, een Rondo met diverse variaties en recitatieven. Ik zal mij in het belang van journalistieke integriteit niet wagen aan een evaluatie.
Tot slot komt Luna Verschoor (14, Zwolle), zij brengt een mooie Vaughan Williams, en vervolgt met een hele innemende Apres un Rêve van Fauré: mooie dromerige klank op de C-snaar.
Na een lunchpauze met ingebouwd juryberaad kunnen we verder met de oudste categorie (15-18 jaar). Hier is het verplichte werk de (onder altviolisten zeer bekende) Romance van Max Bruch.
Johanna Kouwenhoven (16, Zwolle) bijt de spits af. Zij speelt Bruch met mooie klank en vibrato. Het is heel beheerst. Iets meer dynamiek (vooral in de stormachtige passage in het midden) had gemogen. Naast Bruch speelt ze een stuk van Carl Reinecke met de levendige titel Jahrmarkt. Het blijkt dan ook een vlug en vrolijk dansje te zijn. Prima gespeeld!
De volgende kandidate is Steffie de Konink (15, Delfgauw). Zij is vaste gast bij het Brittenconcours, ze won bij beide voorgaande edities de 1e prijs in Catgorie 1. Voor het eerst mag ze zich bewijzen in de oudste groep. De lessenaar gaat voor haar opkomst al naar het hoekje: uit het hoofd. Bruch wordt met veel vrijheid en inleving gebracht. Heel af en toe valt de emotie negatief uit op haar klank. Maar het is een meeslepende uitvoering, brava. Vervolgens komt een leuk volksdansje, Sachidao van Tsintsadze. Vergeleken met Bruch is dit gesneden koek, en leuk gebracht, met een lachje.
Sylven van Sasse van Ysselt (16, Dordrecht) speelt pas sinds een half jaar altviool (daarvoor wel viool). Hij begint met een solostuk uit Three American Pieces van dhr. A. Minsky. Dit rytmische stukje is heel swingend. Ondanks wat technische haperingen brengt hij het tot een goed einde. In Bruch is hij duidelijk bevangen door de druk en sneuvelen er een paar loopjes. Hij bewijst echter ook handig om te kunnen springen met dit soort klein averij om het stuk op de rails te houden. In de lyrische passages horen wij dat een mooiere toon er wel inzit. Wat dat betreft een geslaagde presentatie, al zal het waarschijnlijk nog niet goed genoeg zijn om mee te dingen voor de prijzen dit keer.
Nu weer een Brittenconcours-veteraan op het podium: Jeltje Quirijnen (17, Zutphen) opent met Bruch, uit het hoofd. Ze heeft een erg mooie toon en een boterzachte klank in haar instrument. Heel aangenaam voor het oor! Ze gaat uiterst beheerst om met de technische passages. Het geheel is heel ingetogen, misschien net iets te rustig. Komt het vuurwerk dan met de Khoroumi van Tsintsadze? Jawel, de presentatie van de aanstekelijke 5/8 maat mag er wezen.
Emma van den Wijngaard (16, Zwolle) speelt sinds 2 jaar altviool, maar speelt ook nog steeds viool. De Elegie van Glazunov is niet zo’n interessant contrast met Bruch, maar voor een ‘instapper’ is het een relatief dankbare keus. Bij Emma moet de echte altviool-vibrato nog wel tot bloei komen, maar er wordt met goed gevoel voor klank en frasering een degelijk resultaat gebracht. Bruch is technisch een stuk lastiger, de overwinning is dan ook des te groter bij de eindstreep.
Hij is echt een lefgozer: Jonas Meenderink (15, Oostvoorne). Bij de vorige editie van het Brittenconcours kwam hij als 13-jarige aanzetten met het concert van Hoffmeister (een conservatorium examensstuk), vandaag waagt zich aan de zeer volwassene 2e sonate van Brahms. Dit stuk is oorspronkelijk voor klarinet geschreven, maar door de componist zelf ook voor altviool bewerkt (de DVS zal volgende maand aan de verschillen tussen de klarinet- en altvioolversie een workshop wijden!). Jonas bewijst over veel muzikaliteit te beschikken, en zijn toon benadert in mijn oren al aardig het Brahms-idioom. Het is echter een heel machtig stuk met veel uitdagingen, en niet allen heeft hij nog het hoofd kunnen bieden. Bij Bruch laat hij knappe staaltjes techniek horen en ook mooie contrasten in dynamiek. Al met al een beetje teveel hooi op de vork genomen.
Als laatste kandidate speelt Kaat Schraepen (16, Molenstede, België). Onze verwachtingen zijn hooggespannen, ze is immers vaker in de prijzen gevallen. En ze stelt niet teleur: Haar Bruch is direct aansprekend. Niet alleen is het technisch heel goed afgewerkt, ze weet ook grote profielen aan te brengen in dynamiek en klank. In mijn oren geen twijfel: de beste Bruch van de dag. En dan, het altvioolconcert van Badings, deel 3: Allegro Molto – veel vaart in een snelle driedelige maat. Het stuk heeft een hoge moeilijkheidsgraad. Een paar loopjes misten nauwkeurigheid, verder speelt ze het vlot weg. Een indrukwekkende vertoning.
Na een ruim uur overleg komt de juryuitspraak:
Categorie 1:
1e Prijs: Sunniva Skaug, tevens de Prijs van de jeugdjury;
Aanmoedigingsprijzen: Stepan Prikazchikov en Luna Verschoor
Categorie 2:
1e Prijs: Kaat Schraepen en Jeltje Quirijnen (gedeeld met miniem puntenverschil)
Kaat ontvangt tevens de Prijs van de jeugdjury;
3e Prijs: Steffie de Konink
Aanmoedigingsprijs: Jonas Meenderink
De 1e Prijs winnaars krijgen een solistisch optreden met het Britten Jeugd Strijkorkest (voor Sunniva en Jeltje wordt dat tijdens het laureatenconcert in Zwolle op 1 april as.), en ze krijgen allemaal een masterclass aangeboden met de beroemde altviolist Michael Kugel.
De 3e Prijs van Steffie gaat gepaard met de Woudschoten-prijs (deelname aan de gelijknamige zomercursus kamermuziek), en de Aanmoedigingsprijzen bestaan uit bladmuziekbonnen, deels gesponsord door de Dutch Viola Society.
Onze felicitaties voor alle prijswinnaars! (Volledig uitslag hier).
Dank aan de jury, en aan René Luijpen en zijn team voor de organisatie van het concours. Op naar de volgende editie in 2019!